Versoepelstress

Eerste hulp bij versoepelstress, kopt de website.
Ver-soe-pel-stress. Ik laat het woord even marineren op mijn tong. Het laat een smaakje na. Zo is de mens, als er geen problemen zijn, dan bedenkt hij er wel. Kijk daar, een hoofddoek.
Het is een pracht van een dag. Door het open raam stort de zon haar stralen in de kamer. Om mijn hoofd hoor ik, zoals in dat lied van lang geleden, het scherpe hoge zoemen van een mug. Op de radio is Rob de Nijs weer zestien en het meisje achtentwintig. Hoe oud ben je geworden als je vrouwen van achtentwintig meisjes noemt?

In het kapsalon scheert een ander meisje de winterdons uit mijn nek.
‘Weer helemaal nieuw,’ zeg ik.
‘Oud nieuw,’ lacht ze.
Die durft, denk ik, terwijl ik een meegaande glimlach op mijn lippen tover. Ik heb haar nog nooit eerder gezien maar het is geen dag voor gemopper. Zij is gewoon een vrolijk meisje van veertig, een tikje aan de zware kant maar uiterst bekwaam met schaar en tondeuse. Openhartig ook, haar man is loodgieter, ze heeft een dochter en ze wacht nog steeds geduldig op haar eerste vaccinatie. ‘Als we daarna ook dat mondkapje niet meer hoeven,’ zegt ze hoopvol.
He ja, denk ik, gooien we collectief onze kap over de haag.

Ik maak nog een ommetje langs het park. Er wandelen oma’s met kinderwagens, op het gras spelen jongens en meisjes een soort van honkbal. In het midden van het veld staat een slanke man die enthousiast aanwijzingen geeft. Net zoals je de getalenteerde voetballer er al na twee baltoetsen zo tussenuit haalt, herken je een gepassioneerde leerkracht na twee woorden. Nauwelijks nog een sprietje haar op zijn hoofd, maar zijn lichaam oogt nog altijd scherp als een mes. Hij strooit zijn enthousiasme uit over zijn leerlingen, een divers publiek, een jaar of zestien, de een in shorts en de ander in jogging. Ze dragen geen uniform, in hun ogen lees je nonchalante tevredenheid.
‘Mijnheer,’ zegt er een, ‘u moet zelf ook lopen, anders kunnen we niet winnen.’
‘Je hebt gelijk,’ antwoordt de leraar. De jongen kijkt tevreden. Deze leraar maakt zijn dag.

Naast het speelveld keuvelen twee vrouwen op het gras. Af en toe zegt een van hen iets tegen een meisje waaraan je van ver kan zien dat ze niet met honkballen haar brood zal verdienen. Ik wil de dames toeroepen: zit daar niet te zitten, beweeg met dat lijf. Mijn hoofd wordt bevolkt door Nederlandstalige zangers. Speel toch mee, wil ik ze aanmoedigen, smijt je tussen team honkbal. Leerlingen vinden dat fijn en later pluk je daar in je lessen de vruchten van. Gezagsdragers laten veel te weinig merken dat zij ook maar gewone mensen zijn. Een beetje relax met elkaar omgaan, politicus en burger, agent en demonstrant, leraar en leerling, daar wordt de wereld vast niet slechter van.

In de winkelstraat kijken vrouwen naar zichzelf in etalages. Ze dragen shorts of een jurk en bloezen zonder mouwen. Ook de mannen hebben zich in korte broek gewrongen, soms tegen beter weten in. De streekbieren en pindanoten tijdens de lange winteravonden zijn duidelijk nog niet geheel verwerkt. Op een bepaald tijdstip in de geschiedenis heb ik een trein gemist, denk ik, terwijl ik me vergaap aan uitbundig getatoeëerde schouders, polsen en kuiten. Ik ben de Laatste der Tattoolozen. Smaken en kleuren, tja.

Het woord versoepelstress speelt op. De aangekondigde vrijheid werpt haar schaduw voor zich uit. Ik weet niet goed wat ik me erbij moet voorstellen. ‘Daar komen ruzies en conflicten van,’ beweert een psycholoog. Met bezorgde blik de toekomst voorspellen is ook een verdienmodel. Ik prijs me gelukkig. Er is geen reden voor nervositeit, van welke aard dan ook.
Het is bijna 9 juni. Dan mogen de teugels los. Ik denk aan mijn broer die op 9 juni jarig was maar het nooit meer zal worden. Je zou hem die dag, net als de meeste andere dagen, zeker hebben gevonden aan de toog of op een terras, sigaret in de hand, bierglas halfvol.
Zou hebben, het zal niet meer gebeuren.
Op die dag van de vrijheid drink ik wel voor twee.
Geen stress.

4 gedachten over “Versoepelstress”

  1. Een heerlijk stressloos nummer, om dan maar in de Nederlandse referenties te blijven. Al blijkt die bitterzoet, het einde is wel een wegslikmoment. Heel gevoelig verwoord zoals altijd.

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie