Louis

               Soms heb je een dag die je het liefst maar meteen wil overslaan.
               Een dag waarop je bij het ontbijt al weet dat alles wat je aan zal raken vanzelf in oud ijzer verandert. Waarop je de rugzak van het verleden van je rug wil smijten, vergeten de goede en kwade dagen en opnieuw wil beginnen, met een hart vol verwachting en de onschuld van een kind. Dagen van medelijden en zelfverwijt. Wat een knoeier ben je toch en wat een fouten maak je wel niet in dat zielige leven van jou!

               ‘Als ik fouten heb gemaakt, dan was dat in de overtuiging dat het geen fouten waren,’ zegt Louis Van Gaal in Louis, een beklijvend portret van de coach van het Nederlands elftal. Een boeiende inkijk in leven, werken en ziel van een gewone Hollandse jongen die het ook niet kan helpen dat hij de middelmaat overstijgt. Vergeet de tegeltjeswijsheden van Johan – ‘als wij de bal hebben, kunnen zij niet scoren’ – Cruyff. Johan is weg, Louis is er nog even.
               ‘Wat ben ik toch goed in alles wat ik doe,’ lacht hij na een geslaagd puttertje op de golfbaan. Hollandse branie en zelfspot. Wat dollen en grollen, het leven hoeft niet altijd dodelijk ernstig te zijn, het is op zich al dodelijk genoeg. En het voetbal al helemaal niet.
               Ogenschijnlijk een wat saaie, keurige man. Altijd en overal netjes op tijd, jasje goed, dasje goed. Kordaat, direct, recht door zee. Soms zalvend, soms slaand, soms wars van emoties, alles in functie van het grotere geheel, het team, het gezin, de familie.

               Er is niks fake aan Louis.
               ‘Ben jij nou zo dom of ben ik nou zo slim?‘ vraagt hij een journalist als die weer eens een opmerking heeft over een of andere tactische ingreep. Of die kwaadheid echt is? ‘Dat vind ik nou een domme vraag van je, Geertjan,’ kapittelt hij de interviewer. Alles aan hem is echt. De arrogante betweter, de driftkop, de zorgzame echtgenoot en vader, de traan in zijn ooghoek als hij het heeft over zijn vroegtijdig aan kanker bezweken eerste vrouw Fernanda. Een verdriet dat diep vanbinnen woont en dat je maar zelden uitlaat, daar doe je niet te melig over. Echt en hecht is ook de tandem met zijn tweede compagnon de route, Truus. Een zielsmaatje. Samen vormen ze een zorgvuldig op elkaar ingespeeld team, met looplijnen die de coach er al van bij het begin geduldig heeft ingeslepen: ‘Ik wil een carrière in het buitenland, als jij dat niet ziet zitten dan heeft deze relatie geen zin.’

               Overal waar hij kwam heeft hij gezien en gewonnen. Hoe zoet smaakt de wraak, eerst te worden weggehoond en verguisd en dan je gram te halen met weer een titel of een beker, in Amsterdam, München of Barcelona. Bij elk stadhuis hoort ook wel een bordes met ervoor een uitzinnig joelende en jubelende massa en achter de microfoon MC Louis: WIJ ZIJN DE BESTEN! De Besten, die Besten, los mejores. Als je zo vaak de beste bent, je zou het op den duur nog zelf gaan geloven.       
               Je hobby is je vak en je wordt er rijkelijk voor vergoed, dan wordt je leven een feest. Villaatje hier, penthousje daar.  Maar arm of rijk, groot of klein, wit of zwart, het leven geeft en het leven neemt. Voor iedereen komt een dag met onweer die hij liefst maar meteen wil overslaan, een dag waarop het leven je pardoes een klap uitdeelt. Dat je moet vallen, opstaan en weer doorgaan. Ook als de arts het woord kanker lispelt. Prostaat. In een stadion in Catalonië halen honderdduizend fans de witte zakdoek boven. Er is een tijd van komen en een tijd van gaan.
               ‘Truus heeft er meer last van dan ik. Meer dan 95 % van de mannen leeft na die diagnose gewoon nog lekker een tijdje door. Waarom zou ik nou die ene zijn die dat dan niet doet?’ Lees: ik ben echt niet uitzonderlijk, ik ben ook maar een gewone jongen.
               Nu nog een laatste kunstje in Qatar. Bij aankomst aan het trainingscentrum in Zeist zwaait een hijgerig jongetje met een papiertje en een balpen. ‘Heb jij nou dat hele eind lopen rennen?’ vraagt Louis, na al die jaren nog altijd verbazing in de stem. Natuurlijk maakt hij tijd, een handtekening, een schouderklopje, een kinderlach breder dan een voetbalveld.

               Dagen overslaan, dat weet ik nu, dat gaat zomaar niet. Je moet ook daar doorheen, die horen er ook bij. Want zonder donker geen licht, zonder lelijks niks moois, zonder pijn geen liefde.
               Nu de Belgen er niet meer bij zijn, supporter ik voor Nederland. Voor Louis.

6 gedachten over “Louis”

  1. Mooi om te lezen en net als de reportage “Louis” die ik deze week toevallig op een of andere “Hollandse zender” zag krijg je toch wel een ander beeld van die, vroeger voor mij, arrogante “klootzak”. Sorry Louis…

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie