‘Wat vind jij?’ vraagt ze.
Ik weet perfect wat Het Ideale Antwoordenboek voorschrijft: ‘Heel mooi. Echt. Staat je beeldig.’ Daarbij de minzaamste glimlach en koosnaam naar keuze.
‘Rood? Of groen?’
Met een ernstig gezicht doe ik of ik nadenk. In de paardans van het leven is dit een beweging die finesse en uiterste fijngevoeligheid vereist. Voor je het weet heb je op een lange teen getrapt. ‘Of toch maar ecru? Zal ik deze nog gauw proberen? Rood is toch mijn kleur niet.’ Ze verdwijnt weer achter het gordijntje. Op de stoel naast me speelt een jongeman Candy Crush op zijn gsm. Dadelijk is ook hij aan de beurt. Even monsteren we elkaar. Lotgenoten.
Ze vraagt me naar mijn mening maar die heb ik niet. Rood, groen, ecru, mij is alles best. Een man zonder mening ben ik. Standpunten, bedenkingen, overtuigingen, ik doe er niet meer aan. Iedereen heeft er immers al, over alles. En iedereen vindt het ook nog eens nodig om er als een middeleeuwse heraut van markt naar markt mee te lopen zeulen om ze daar met veel klaroengeschal luidkeels uit te bazuinen. Hoor Hoor! Ik heb er de buik van vol. Het enige dat ik zeker weet, is dat een lekker gekoelde Duvel er vlotjes in zou gaan.
Bart vindt wat over woke en Tom vindt het tegendeel. Siska laat zich ontdopen en een kerkjurist evalueert een schoonheidswedstrijd. Jeroen heeft een mening over kindermisbruik in de kerk. Meningen vliegen je om de oren als sneeuw in een lawine. En nergens kijk je nog van op. Oude wijn in nieuwe zakken. Nooit hoor je eens iets waarvan je zegt: nou, die had ik niet zien komen. Niemand zegt eens een keer: ja, dat gefoefel aan de misdienaar, lekker, daar ben ik werkelijk helemaal voor. Niemand kleeft een sticker op zijn achterruit: Ik ♥ doofpot. Iedereen toetert hetzelfde. Heeft die hele mening van Jeroen mijn denken aangescherpt? Als u het mij vraagt nee, dat lijkt me niet.
Marnix fulmineert over wandelaars die op zondag in het Ardense bos de hond niet aan de leiband houden. En passant wil hij ook nog wat kwijt over dames op een racefiets, het zogeheten Kopecky-effect. Voel ik mij, nu Marnix in mijn krant zijn frustraties van zich heeft afgeschreven, plots zoveel beter? Als u het mij vraagt, nee, dat lijkt me niet.
Hilde vindt, houd u vast, dat we te veel betalen voor energie. En dat het moeilijk soebatten is daarover met de jobstudenten in het callcenter. Zo, denk ik. Vindt Hilde dat? Hm, een scherp mes, die Hilde. Zelf zou ik zulke diepe gedachten nooit kunnen bedenken. Blij dat zij daarover een column (haar woorden) mag schrijven. U vraagt het me natuurlijk niet echt, u kent het antwoord. Dat Hilde me met haar opstel een nieuw inzicht heeft verschaft, nee, dat lijkt me niet.
Met de blik van een koningin die het volk groet stapt het meisje dat bij de Candy Crusher hoort uit haar pashokje.
‘Wat denk je?’ vraagt ze. De jongen keurt haar als een veekoopman op de ossenmarkt.
‘Eerlijk?’ vraagt hij. De overmoed van de jeugd. Eerlijk duurt het langst. Ik kuch, luid, drie keer. Hij geeft geen krimp. Ik laat opzichtig mijn notitieboekje vallen. Schraap demonstratief mijn stoel over de vloer. Niet doen, fluister ik. Maar hij is zo jong nog, hij gelooft nog in de waarheid. Hij ziet alleen maar vorm, veel te weinig staat hij stil bij de inhoud.
‘En?’ dringt ze aan.
‘Eerlijk gezegd vind ik je gat in deze rok een beetje…’ Vind je in geen enkele editie van Het Ideale Antwoordenboek, geloof mij.
Ogenblikkelijk wordt het in de ganse pasruimte stiller dan een graf. Als gestoken door een wesp schiet de verkoopster, een kleine vrouw met de geur en de kleur van kaneel, als een Zwitserse garde te hulp.
‘Blauw is écht wel uw kleurtje, nietwaar mevrouw? We hebben dit modelletje ook nog in het zwart. Of misschien draagt u het liever wat losser? Is heel erg in de mode, vandaag de dag. Haal ik gauw een XL’etje voor u?’
Terwijl ze wegholt, gaat de jongen naast me langzaam dood onder de bliksems van zijn aanbedene. Dat krijg je, wil ik hem zeggen. Soms houd je beter je diepste gedachten voor jezelf. Enfin, dat is mijn gedacht. U mag daar gerust een andere mening over hebben.
‘Ik ben klaar,’ zegt een mij bekende stem. Om haar arm drie beeldige jurkjes: een rode, een groene, een ecru. De Duvel lacht me toe.

Heerlijk 😄
LikeLike