VakantieFomo

De diploma’s zijn uitgereikt, de katers van het eindejaarsbal uitgezweet.
Op mijn geliefde radiozender mogen luisteraars hun favoriete vakantieliedjes aanvragen. Voor ik het doorheb wurmen Boney M, Gerard Cox en Madonna zich in mijn buis van Eustachius. Het leven is lijden. De televisie herneemt seizoen 1 van FC De Kampioenen.
De eerste dag van juli is meer nieuwjaar dan nieuwjaar zelf.
Het einde van een tijdperk, het begin van iets anders.

Ik ben acht of negen.
De dagen vormen een licht en eindeloos lint van landerigheid. Elke dag even leeg als de vorige. En de volgende. Ik heb geen agenda. De enige activiteit die de tijdloosheid doorbreekt is het tiendaagse Chirokamp in Kasterlee of Retie of een andere ver weg gelegen exotische plek.
Uitslapen blijft ook in de zomer des duivels kussen. De dag begint als de haan kraait.
‘Leg neer dat boek en ga buiten spelen,’ zegt mijn moeder na het ontbijt, een obligate boterham met kaas of vlees en pas daarna eentje met choco.

Ik spring de fiets op. Een oranje ding dat klein blijft terwijl ik elke dag groter word. Versnellingen heeft hij niet maar wel het stuur van een koersfiets. Daarop kleven kleine stickers. Ward Sels. Rik Van Looy, hij lijkt op mijn vader, kijkt mij vanuit de hoogte aan met misprijzende blik. Allebei dragen ze een petje van Solo Superia. Raymond Poulidor, de eeuwige tweede en Jacques Anquetil, de eeuwige eerste, groot idool van mijn broer, al prijkt zijn foto wel op mijn fiets.
Ik koers rondjes door de wijk, eenzaam, kromgebogen over mijn stuur tegen de wind. Twee grote ronden en drie kleine. Bergritten eindigen op de brug van Lucas die de Laaglandlaan over de snelweg richting Ekeren tilt. Steiler dan de brug van den Azijn of die van het Sportpaleis. Aan de eindstreep spurt ik een volledig peloton uit het wiel. Vlakke ritten win ik met een banddikte, bergritten met een straat voorsprong. Die straat heet Winkelstap. Bij aankomst mijn armen in de lucht gooien durf ik niet. Dat mag niet van mijn moeder.
Ik won toen meer Rondes van Frankrijk dan Eddy Merkcx, Bernard Hinault en Miguel Indurain later samen zouden doen.

De Tour was mysterie. We zagen weinig en fantaseerden veel.
We beleefden hem met het oor tegen de radio, ons lavend aan de klaterende woordenstroom die Jan Wauters over ons uitgoot. Viel de verbinding uit, dan kloven we de nagels van onze vingers. In de vooravond schooiden we bij onze moeder vijf frank die we spendeerden aan de extra editie van Het Volk. Daarin stonden alle uitslagen en standen en cartoons van Thomas Pips. Soms ook een foto van de winnaar van de dag, in vijftig korrelige tinten grijs.

Samen met onze onschuld verdampte ook de magie.
Vandaag wordt elke pedaalslag voorbeschouwd en uitvergroot. Er dient bij valavond in dure chateau’s te worden nagekaart aan de tafel bij Karl, met kenners bij een robuust glas wijn. Diepteanalyse van de koers. Wout staat op de pedalen en gaat dan weer zitten, drie keer in slow motion. Gezien? Mathieu drinkt. Zou hij dorst hebben gehad? Tadej knipoogt naar de camera. Ik zie daar een teken in, hij voelt zich goed, wat jij, Josée?
Vive le Velo tot je geen fiets meer kan zien of ruiken.

Daar is overigens ook geen tijd meer voor.
Een dag die geruisloos passeert, is een dag niet geleefd.
Er moet een nauwgezet reisplan worden opgesteld. Er moet worden gepakt en gezakt. Inmiddels lonken terrassen. Tijd met familie en vrienden moet worden ingehaald, bij een glas bier en een stapel braadworsten en kippenbouten op de barbecue. Vaarwel dieet van zes maanden. Zomerbars dienen aangedaan, openluchtvoorstellingen bijgewoond, kerken en musea bezichtigd. De schoondochter van de overbuurvrouw en haar gecastreerde kater kruipen in het park op een podium, niet te missen. Een woordkunstenaar op leeftijd leest bij zonsondergang voor uit eigen werk, gelieve zelf uw klapstoeltjes mee te brengen. In de stad kan men oude zwartwitfilms gaan bekijken op groot scherm in open lucht, sjaals en fleece deken gratis ter beschikking. En eindelijk is er de tijd om te gaan bungeejumpen, parapenten of kitesurfen.
Er is geweldig veel te doen en geweldig veel angst er niet bij te zijn geweest.
Druk, druk, druk.

Was het al maar weer september.
Om half zeven uit bed, van acht tot vijf op kantoor, ’s avonds een donkere Leffe en Champions League op tv.
En op zaterdag een verhaaltje uit de Sprekershoek, hè hè.

Tot dan.