Klassiek in de stad

               Die zondag droeg de ochtendstond waarlijk goud in de mond. De zon strooide gulle stralen, het land ontwaakte in warmte en welbehagen.  Een dag om te plukken.
               ‘Eindelijk,’ zegden wij terwijl we nog slaperig een warm broodje naar binnen werkten, ‘toch nog een sprankel zomer.’
               ‘Opgepast,’ waarschuwde prompt een roedel dermatologen op de radio. ‘Door de barre zomer is onze huid niet gewapend tegen de ongenade van de zon. Wees voorzichtig! Blijf in de schaduw! Besmeer uzelf als was u een verroeste ketting!’ Men mompelde nog wat onduidelijks over Uv-stralen en huidkankers en herhaalde deze onheilstijding elk half uur.

               ‘Fakking Jezus Christus en zijn veertig maagden!’ sakkerden wij. ‘Mogen wij nu eens voor één enkele keer eenvoudig en onbekommerd genieten van een mooie dag alstublieft?’ Het is altijd wel wat. Een virus, of iets in de lucht of in de grond; het eten waar je destijds groot en sterk van werd, wordt ongezond verklaard of schadelijk voor de planeet; groenten bevatten dioxines, fruit is te zoet; beweeg maar ook weer niet te veel. Het houdt niet op. Dingen die het leven mogelijk draaglijk maken zoals – ik doe een greep – seks, drugs en rock & roll maken je ziek en worden strafbaar. Wie oud wil worden, plant zich best in de schaduw van een boom en laat zich bijstaan door diëtiste en lijfarts. Zo geruisloos mogelijk leven uit angst voor de dood. Terwijl wij weten, aan het einde van de reis wacht onherroepelijk Hein met de zeis.
               De nieuwslezer stoorde zich niet aan ons gelamenteer. Hij ging koelbloedig door met zijn dagelijkse lijst van ellende. New York stond onder water. In een ver land ontneemt men vrouwen hun bestaan. Ergens in Afrika is een staatsgreep aan de gang. Het fragiele streepje goede luim dat schuchter als een late zomerbloem de kop had opgestoken, werd prompt weer met het gras gelijk gemaakt.

               Met alle Chinezen, dachten wij. De voeten bloot in de Birkenstocks fietsten wij de stad in. Deze dag zou de wereld aan ons voorbijgaan. Hij bevat meer triestheid en ellende dan onze frêle schouders dragen kunnen. Vandaag nemen wij een dag congé payé. Rijk der Vrijheid, wij komen eraan.
               Was het die optimistische insteek die ons bij aankomst aan het Sint-Jansplein applaus opleverde? Klaterend handgeklap toen we onze rijwielen stalden aan de rand van deze pittoreske pleisterplaats. De terrassen waren ondanks het vroege uur al flink bezet. Mensen liepen opgewekt af en aan. Vooraan een podium, Rock Werchter Main Stage gelijk. Het middenplein volgestouwd met stoelen. Dames droegen frivole jurken en kleurrijke hoeden. Ze waaierden koket met programmaboekjes als waren ze Oosterse courtisanes. Heren droegen elegant fluitglazen aan waarin bubbels sprankelend een weg zochten naar de hemel. Zo gaat het in dit land: is de stemming opperbest, men heffe het glas. Is ze dat niet, evenzeer.

               Natuurlijk had dit jolijt niets met ons vandoen. Op het podium was het drukker dan tijdens de Rubensmarkt in hoogzomer. Achteraan tot in de coulissen gevuld met muzikanten en instrumenten: van triangel tot grosse caisse, met violen, cello’s en contrabas en god weet welke toeters en bellen nog. Vraag het mij niet, ik ben een leek, kan amper een bombardon onderscheiden van een cymbaal. Op de achterste rijen een machtig koor, tal van zoetgevooisde mannen en vrouwen in galakostuum of avondjurk. Vooraan driftig een dirigent, nu eens bijgestaan door een sopraan wier stem verder droeg dan de beiaard uit de Onze-Lieve-Vrouwetoren, dan weer door een tenor of bariton die je ingewanden van plaats deden wisselen. Delicieuse klanken verspreidden zich als een duur parfum over het gehoor van het talrijke publiek.
               Opera Ballet Vlaanderen speelde ten dans. Ontroering welde in onze ogen. Die hemelsblauwe lucht, die soepele mensen, die stemmen als van engelen naast de troon. Noem mij geen kenner van het klassieke repertoire, maar voor een streepje Mozart of een aria uit La Traviata mag men me altijd storen in mijn slaap. Weill, Mozart, Puccini, Verdi, een flard Wagner als slagroom op de taart, al dat schoons werd ons zomaar in de trommelvliezen gegoten, op zomaar een plein op zomaar een dag. Om met hun naar diesel happende motoren die fijne akoestiek vooral niet te storen, reden zelfs de bussen van De Lijn een eindje om.

               Veel sneller dan verhoopt was ook dit feest even later weer voorbij. Zoals in het leven zelf, waren wij hier toevallige passanten geweest. Stilzwijgend en nog naar adem happend stapten we weer op de fiets. We trapten welgezind de toekomst tegemoet, zonder doel, we zouden gaan naar waar de wind ons waaien zou.
               Zo werd het toch nog een fijne dag.

6 gedachten over “Klassiek in de stad”

  1. Ik kon alleen maar instemmend knikken, het ganse verloop van deze heerlijke tekst. Van gemopper naar verzoening met het leven, dankzij de muziek, die de soms zuchtende zeden verzacht. Ik ben helemaal fan van deze olijke toon Erik, meer van dat 🙂

    Geliked door 1 persoon

  2. Werden alle dagen maar door jou beschreven. Want dagen zijn niet goed omdat ze goed zijn maar omdat jij er woorden aan geeft. Wat zou het leven fijn zijn.

    Mooi detail: de sprekershoek werd vorige zaterdag op de startdag van het Basisjaar Creatief Schrijven genoemd als een topblog. De spreker was zich volgens mij niet eens bewust van het ‘eigen-kweek’-gehalte van zijn opmerking. Dat maakt het compliment alleen nog maar groter.

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s