Het schouwtoneel dat wij bespelen

De wereld is een schouwtoneel dat wij bespelen
Voor iedereen een luchtkasteel om van te delen
En krijgen we niet al te veel, ’t kan ons niet schelen
We vinden ook het minste deel sensationeel

(Goeiemorgen Morgen, Nicole & Hugo)

            Vrolijke vrienden waren wij toen nog. Neder gezeten in de ronde genoten we van elke stonde. Opgewekt en blij schoven we nog wat dichterbij. We dronken melk, plantten een boom, verlangden niet meer dan een bloem en wat gras dat nog groen was. Een boom. Zicht op de zee. Wereld en toekomst lagen aan onze voeten, wij zouden er wat moois van maken.
Dat voelden wij aan ons hartje.

               Het flitst allemaal door mijn hoofd terwijl ik naar comfort zoek in het rode fluweel van stoel 1, rij 9 op de parterre in de Bourlaschouwburg aan de Komedieplaats. Het zitje zakt schuin weg. Nog voor de voorstelling begint protesteert mijn rug. Nochtans hou ik van deze zaal. Van de vroegere grandeur die je nog altijd proeft, van dat schilderachtige plafond. De adem van vergane glorie walmt nog uit de gordijnen en de scène blijft een gapend gat van mysterie. De bühne, zegden mensen die ook schouwtoneel in hun liedjesteksten gewurmd kregen. De magie van de illusie, telkens weer voel ik me als het kind van toen. Als dadelijk een acteur in het spotlicht drie keer blub zegt, geloof ik dat ik naar een goudvis kijk.

               Al snel verwijlen mijn gedachten naar de trieste komedie die heden ten dage wordt opgevoerd. Deze iconische theatertempel speelt de hoofdrol. Hijgerig als een Hollandse schrijver hapt dit Toneelhuis naar een laatste luchtbel. Zuurstof kost heden ten dage drie en een half miljoen euro. De regioboekhouder houdt de vinger op de knip. Op zijn kabinet fulmineert men al jaren over die linkse subsidieslurpers die zogenaamde Kunst scheppen voor een beperkte snobistische elite. Politiek en Artistiek, het blijft een ingewikkelde relatie. Welke relatie is dat niet?
               Bedoelde elite mag bij die bedenking ook even stil blijven staan. De brochure op mijn schoot bulkt van hoogdraverig gedram: fantasmagorische scenografie, iconoclastische beeldenstorm, efemere kunstvorm. Het hoeft voor mij niet bepaald Met Nicole aan de Rol of Hugo in de Hubo te zijn, maar dit kan beter.

               Ik denk aan een ander theaterstuk, bij Phara in de studio. De acteur die het Huis verdedigt is niet woedend. Hij is strijdvaardig. Hij wikt zijn woorden, voorzichtiger dan hij het op scène zou doen. Hij zou nochtans moeten razen, men rooft het beleg van zijn boterham. Hij blijft in zijn rol, waardig en beschaafd.
Ook de journalist laat vanaf de zijlijn niet het achterste van zijn tong zien. Je hoort hoe hij luidkeels zwijgt over de olifant in de zaal: de politieke partij die de geldkraan opent of sluit als was het een sluis aan de IJzer. Wie niet de Vlaamse belangen voor het voetlicht brengt, zoekt het zelf maar uit.

               Troost vind ik in het café om de hoek. Van op een strategisch gekozen plek nip ik zuinig met kleine slokjes van mijn Duvel om zo lang mogelijk te kunnen genieten van het schouwspel dat zich afspeelt voor de tapkast. De lange blonde haren van een vrouw prikkelen mijn verbeelding. Ze wiegen als gouden golven over haar halfnaakte rug. De vrouw is slank en draagt een achteraan laag uitgesneden zwarte jurk. De jonge man met wollige zwarte baard naast haar tekent figuurtjes op haar blote schouder, haar rug, haar dij. Nu en dan leunt hij wellustig tegen haar aan. Zij rilt. Ik zie hoe hij loenst naar haar decolleté en fantaseert over wat de nacht hem nog bieden zal. Een weeë geur van testosteron walmt over de tafels. Ik probeer me te herinneren hoe het was om hem te zijn. Nicole en Hugo stonden nog op de bühne toen.

               De man fluistert iets in haar oor. Terwijl ze antwoordt draait de blonde vamp zich naar hem toe. Dit moet schoktherapie zijn. Haar gezicht vertoont meer rimpels dan het Noordzeestrand bij eb. Er zitten zwarte gaten in haar mond, ooit moeten daar tanden hebben gestaan. Over haar kin loopt een waterige lijn, speeksel of gin-tonic. Ze klinkt als een verkouden kraai in de winter. Als ze weer voor zich kijkt, draperen haar haren spontaan een verleidelijk gouden gordijn over haar schouders.

               Ontdaan klok ik de halve Duvel in een geut in mijn keel en reken af. Dit is het leven. Een doen alsof. Telkens weer verbrijzelt de waarheid met een sloophamer de verbeelding.
Dat het pijn doet voel ik aan mijn hartje.

2 gedachten over “Het schouwtoneel dat wij bespelen”

  1. Heerlijk herkenbaar schrijfsel .
    De desillusie als de blondine (waarom gebeurt dat bijna altijd bij deze haarkleur) enkele decennia meer op haar teller heeft staan dan gedacht/gehoopt. Gelukkig worden wij niet ouder

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s