
Wat is deze wereld anders dan een balzaal waar acht miljard huidhongerigen op zoek zijn naar een maatje om te paardansen? Gelukkigen vallen elkaar pardoes in de armen, anderen dralen, talmen als een oud besje aan de groentekraam dat liefst elke paprika of mango uitgebreid bepotelt, twijfelaars kleven als klimop aan de muur, beduusd en verlegen of tijdens een eerdere dans pijnlijk op de tenen getrapt. In hun ogen lees je de angst om nooit meer liefkozend te worden omarmd en als een ballerina te worden opgetild.
Ook voor die eenzamen is er hoop. Die heet Tinder. Een kinderlijk eenvoudig appje. Jij vertelt eerlijk over jezelf, een ander doet het ook en Tinder zegt of jullie matchen. Uiteindelijk behoud jij de eindredactie over de finale swipe. Is in politiek en maatschappij de krijtlijn tussen links en rechts uitgevaagd, Tinder is helder: links is een No Go, rechts een Yes You Can.
‘Schrijver, schets eens wie ik ben in pakweg vijfhonderd tekens,’ vroeg een vriendin onlangs, een vrolijke dame van middelbare leeftijd met een gouden hart, goedlachs, houdt van uitgaan maar blijft ook graag gezellig thuis, zorgzaam bovendien en gedienstig. Ze houdt van films, dansen, reizen, koken en lekker eten. Aan de afschrikzijde vermeldde ze gescheiden, twee kids.
‘Jamais de ma vie zou ik daten met iemand die kids zegt,’ zei ik.
‘Omdat jij een moeilijk karakter hebt. Jij legt op te veel slakken zout. Sorry, maar iemand moet het zeggen. Maar ik blijf je altijd graag zien hoor.’
Bij de kids vermeldde ze nog dat die het nest al waren uitgevlogen en dat ze een man zocht moest er ook nog bij, om mogelijke misverstanden te voorkomen. Haar aanbod leek ons de gebraden kip waarvoor de hongerige eenzame enkel nog de mond hoefde te openen.
Een week later klonk ze depri aan de telefoon. We keuvelden wat, over alweer geen winter, dat ook de eenvoudigste trui in de solden nog stukken van mensen kost en allebei vonden we Tom Waes in Undercover weinig geloofwaardig. Toen diende de Vraag der Vragen te worden gesteld:
‘Heb je al reacties gehad,’ vroeg ik. Een tijdje bleef het stil.
‘Eentje.’
‘Beter één vogel,’ probeerde ik.
‘Ach, deze zingt een droevig lied,’ antwoordde ze, ‘Luister’:
‘Mijn vader was Belg en mijn moeder kwam uit de VS, ik ben geboren in België, maar groeide op en studeerde in de VS. Mijn ouders hadden een zakelijke onderneming in North Dakota, VS, dus we woonden in North Dakota, waar ik naar de universiteit ging (University Of North Dakota).”
‘Klinkt logisch,’ zei ik.
“Mijn ouders zijn 22 jaar geleden overleden. Mijn vader stierf op 85-jarige leeftijd en mijn moeder op 80. Ik was het enige kind dus erfde ik de eigendommen van mijn vader.”
‘Als zijn vader tweeëntwintig jaar geleden vijfentachtig was, hoe oud zou hijzelf nu dan zijn?’ vroeg ik, maar ze ging onverstoord door.
“Ik ben op 30-jarige leeftijd in de VS getrouwd en heb 23 jaar gelukkig samengewoond. Helaas is mijn vrouw twee jaar geleden omgekomen bij een auto-ongeluk met mijn enige kind. Het was een groot verlies voor mij, het was alsof alles voorbij was, ik zat in de problemen, ik huilde ’s avonds laat in mijn kamer.
Ik ben 7 maanden geleden naar België verhuisd, ik heb maar twee maanden in Antwerpen gewoond voordat ik vijf maanden aan boord van het schip ging. Ik heb minder dan drie weken om aan boord te blijven. Ik ga met pensioen na deze reis.”
‘Wacht even,’ probeerde ik weer. ‘Dus we hebben hier een bejaarde universitair die vijf maanden voor zijn pensioen matroosje gaat spelen?’ Ze negeerde me.
“Ik keerde terug naar België omdat ik de rest van mijn leven in mijn thuisland wilde wonen. En zoek ook een leuke vrouw waar ik gelukkig mee kan leven. Er was voor mij geen enkele reden meer om in de VS te wonen.
Ik ben een scheepswerktuigkundige, dus ik werk op een schip terwijl het vaart. Momenteel ben ik op mijn laatste reis naar Azië, maar zal binnen minder dan drie weken terug naar mijn huis zijn. Ik hoop dat je geduldig op me kunt wachten.”
‘Die drie weken zijn het probleem niet, wel?’ vroeg ik.
“Toen ik je voor het eerst op TINDER zag, was het eerste dat in me opkwam wanneer, waar en hoe ik je kan zien. Maar binnenkort zullen we samen zijn als alles goed gaat voor ons allemaal. Je kunt me meer vertellen over je familieachtergrond en je mag me altijd alles vragen.
Hoop snel van je te lezen”
‘Arme stakker,’ zei ze. ‘Mijn hart bloedt. Ik heb zo met hem te doen. Zal ik …?’
‘Swipen! Naar LINKS. Nu!’ antwoordde ik.
Het bleef toen een hele poos stil, slechts af en toe onderbroken door een hulpeloze zucht.
‘Ik heb hier nog wel wat rode wijn,’ zei ik tenslotte, ‘Kom maar af.’
Want ik zie haar ook graag.
Héél mooi geschreven weer. Bundelen die troep, Erik.
LikeGeliked door 1 persoon
Bedankt Luc. Bundelen, ja, haha, misschien wel. Ik denk al gauw, hier zit niemand op te wachten. En ook die eeuwige faalangst natuurlijk. Weet je nog, ik zou ooit nog gaan zingen in de band waarmee jullie de wereld gingen veroveren, jij op gitaar, Marc op bas, wie de drummer zou worden weet ik niet meer. De zanger verstomde op het moment dat hij in de buurt van de micro kwam. Haha. Hier zit misschien ook nog wel een stukje in. 🙂
LikeLike
Ben je al in Max, Mischa & het Tet-Offensief begonnen? Dat boek staat ook op mijn e-reader maar ik zie wat op tegen de 1000 pagina’s.
Leuk logje trouwens, as always
LikeGeliked door 1 persoon
Max en Mischa heb ik helemaal doorworsteld. Ik houd er een dubbel gevoel aan over: enerzijds vond ik dat het heel wat minder kon, heel veel vertakkingen en opsommingen, schrijven is toch schrappen ;-), anderzijds een meesterlijk slot en een ingrijpend verhaal. Deze mijnheer kan echt wel een verhaal vertellen en een sterk boek neerzetten. Veel succes ermee.
LikeLike