De Warmste Week

          Als het paard in een draaimolen schiet mijn gemoed de laatste tijd van de hoogste top naar het diepste dal.
          Omhoog: de Campus Cup.
          Omlaag: een onpartijdig songfestival
          Omhoog: eindelijk nog eens een ontroerend boek in handen.
          Omlaag: stemmen troggelen aan een ziekbed
          Omhoog: Er komt weer een Warmste Week!

          Een warme week voor onzichtbare ziekten, dat juich ik toe.
          Zelf ken ik nog de tijd waarin wat je niet zag gewoon niet bestond, god en mijn vader uitgezonderd. Die twee kreeg je ook nooit te zien, toch wisten ze altijd waar je had gezeten en wat je had uitgespookt. Maar onzichtbaar ziek? Geen koorts is niet ziek is naar school. Hoofdpijn, maagpijn, platte kak zouden even snel weer weggaan als ze gekomen waren. Het leven was eenvoudig toen.

          Terwijl vandaag.
          We kennen allemaal wel iemand die gebukt gaat onder dwanggedachten, neuroses, angsten of depressie. Iemand lijdend aan migraine, of diabetes. Goed dus dat we daar een weekje bij stil zullen blijven staan,  als een ster bij een stal.  
          Toch kijk ik ook ietwat nostalgisch terug naar toen het allemaal begon. Allen tezamen gingen we van de wereld een betere plaats maken. We are the world, we are the children. We verzamelden voor een glazen huis, lieten plaatjes draaien, zwaaiden naar de camera en openden hart en beurs om in een onbestemde regio een waterput te financieren, malariamug of diarree te bestrijden of de hele wereld van drinkbaar water te voorzien. Zoals Ella het zegt: met zijn allen op weg naar de ideale wereld.
          ‘Is er niet genoeg miserie in eigen land misschien?’ gingen al gauw ontevreden vingertjes in de hoogte. Eigen miserie eerst, een oud verhaal. Helaas is het antwoord ja, al zou dat niet mogen in dit welvarende land. Elke wijk een eigen zorg. Fluks plantte men hier een speeltuin, werd daar een barak opgetrokken voor de jeugdbeweging en verderop een exclusieve rolstoel aangeschaft.

          De mens is graag ontevreden.
          Allengs gingen we het weer groter zien. Kansarmoede, eenzaamheid, kunnen zijn wie je bent, meetbare verschijnselen, te vatten in tabellen en grafieken, te staven met getuigenissen. De pauper kreeg een stem, een oude knar deelde al veertien jaar lief en leed met zijn opgezette hamster, steeds vaker bleken mensen op zoek naar zichzelf. Of die Warmste Weken die ellende ook verholpen kregen, is me niet bekend. Best kans dat er hier en daar nog ergens een kansarme is, een eenzame of iemand op de dool.

          En nu dan dus, eindelijk, oog voor de niet met het blote oog waarneembare kwalen. Steeds meer mensen lijden aan de wereld, zo blijkt. Ik ken ze, ik voel ze, ik deel hun pijn. Ook hier weer een toefje nostalgie: ik heb de dagen nog gekend van doodgewoon gelukkig zijn met een eigen huis, een plek onder de zon en altijd iemand in de buurt die van je houden kon. Geluk helaas is uit de tijd. Ieder van ons is vandaag wel ergens de dupe van. Miskend, benadeeld, misnoegd.

          Hoe kan het anders?
          De tijden zijn niet vrolijk. De wereld is geen rozentuin. Veel doornen, weinig roos. Oorlog hier, slachting daar. Alom geweld en bommenregens. De leiders van de wereld deert het niet. Ziet u nog de zeven verschillen tussen Witte Huis en Leugenpaleis? Die politiek, wie heult met wie? Geen touw kan je er nog aan vastknopen. Zelfs van wat je op je eigen scherm ziet, weet je niet wat waarheid is en wat gelogen. Onafgebroken wordt over onze hoofden een stortvloed uitgebraakt van miserabel nieuws, op de knieën moeten wij en slikken, zoals de keizer het ons bevolen heeft.
          Natuurlijk wordt dat Korneel op een dag te veel.

          Ik voel het ook.
          Ook mijn lijden is onzichtbaar. Deze wereld en ik, wij worden alsmaar vreemder vreemden voor elkaar. Laat mij met rust, denk ik steeds meer, ik wil eruit. Draai maar lekker door maar laat mij erbuiten.
          Het is maar hoe je in het leven staat, hoor ik zeggen. Waarheid!
          Dus probeer ik positief te zijn. Goed gezind en blij gemutst. Genieten van een mooie lente met veel zon, de terrassen zitten vol, de glazen tinkelen. Dan lees ik weer: elke maand een warmste maand. Gletsjertoppen smelten sneller dan een ijsje in een kinderhand. IJsbergen lossen op in zee, dat brengt dan weer stormen en tornado’s met zich mee, waardoor mensen op de vlucht gaan slaan en hier de herberg gesloten vinden. En steeds meer mensen wonen op een bol die niet vanzelf groter wordt.
          Velen van ons lijden aan de wereld, de wereld lijdt ook aan velen van ons.

          Misschien moeten we toch maar weer de blik verruimen.
          Volgend jaar geen warmste week, volgend jaar het Warmste Jaar.
          Ik kijk er al naar uit.

2 gedachten over “De Warmste Week”

Plaats een reactie