Wenen

Wenen is the new black.

Hij wordt veertig, zetelt in de gemeenteraad in een stad die zich enige grandeur aanmeet. Ook is hij  minister van Digitale en nog iets. Hij heeft het wel gehad. Tijd om wat anders te doen. Met spijt in het hart. Kiezen is altijd verliezen. Keuzestress, zelfs een liberaal kan niet alles hebben.
De camera’s draaien. Hij weent. Tranen, niet tegen te houden. Hij is nu eenmaal een emotioneel iemand. Hij omhelst zijn vriendin voor het leven, tevens zijn politieke Zuster Overste, Soeur Gwendolyn. Ook zij is geroerd. Ze ziet hem graag. Helaas is hij niet de vrouw, niet het witte konijn dat ze wil vangen. Dat is het probleem.
Man van veertig zoekt binnen netwerk nieuwe job met royale verloning. Prime Time Television.

Duizenden heeft hij er afgeblokt. Parken opgekuist. Akkoorden genegeerd. Hij heeft er teruggestuurd naar folterkamers. Hij weet wat verantwoordelijkheid nemen is. Een akkoord is maar een akkoord zolang hij dat wil. Een Afspraak niet meer dan een programma op televisie.
Wat de burger niet weet, weet hij niet. De staatssecretaris had niet gezien dat de gifslang aan eigen boezem drukte. Mensensmokkel was in huis, onder eigen neus. Hij tweet zijn groot verdriet.
Hij weent. Iedereen is tegen hem. Bloedhonden op heksenjacht. Terwijl hij altijd alleen maar het goede voor ogen had. Voor onze welvaart. Onze veiligheid.
Hij vlucht naar de kust, legt zijn hoofd op de omvangrijke schouders van zijn dikke vriend en verschuilt zich in diens brede armen. Hier is hij veilig. Samen brullen zij zelfs de zee weer van het strand, als het moet.

De bomen in het Essersbos waaien met de wind. Bomen dienen om te worden gekapt maar zij leven nog. Hun takken wijzen trillend richting Martelarenplein. Zij voelen geen medelijden.
Het gezicht van de minister kleurt zalmroze. In de steunbalken onder haar ogen glinsterden plasjes, vennetjes in een verwilderd bos. Een verfrommeld zakdoekje als houvast, zwaar van tranen. Wanhoop in een toegeknepen vuist. Zij weent.
De minister is moe, het is op. De mensen begrijpen het niet, vallen haar lastig, vragen verhaal. Alsof zij het kan helpen. De boeren moeten ploegen, de Economie, die heilige koe, moet vetter en vetter.
Zij zou niet emotioneel worden. Ook dat mislukt. Zo ne goeie hebben wij nog niet gehad, zingen vriend en vijand. Het volk heeft het weer verkeerd begrepen. Het komt wel goed met haar, zegt Evergem. Kunnen we het dan nu weer over voetbal hebben?
Ongenadig registreren camera’s hoe een vrouw, eenzaam tussen velen, de schouders laat zakken, krimpt, klein wordt en onstuitbaar huilt als na het eerste liefdesverdriet.
De bomen in het Essersbos houden hun fatsoen, zij huilen noch juichen. Ontdaan van hun bladeren, naakt, wachten zij en hopen op de lente.

Bijna kreeg ik medelijden. Doch ik weet: ook wolven huilen. Krokodillen tranen.
Ik dacht aan Anna Maria.
Aan haar mama en papa en zusje van twee.
Ik dacht aan Mawda. Hoe zou het nog zijn met háár mama en papa? En met hun schuld?
Aan de moeders van baby’s die grijpen naar tepels, in borsten geen voedsel vinden.
Het kind in de sweatshop.
Plantages, rijstvelden, kobaltmijnen.
Jemen.

Ik dacht aan de dakloze die niet meer leeft, aan de vluchteling in de vrieskou buiten.
Aan de oude mevrouw die schrikt van de klop op de deur, de deurwaarder ziet staan.
De alleenstaande moeder die, handen in de schoot, onmachtig snikt bij een bundeltje schoolrekeningen.
Het meisje van acht op de fiets, gemist door het niet alziend oog van de vrachtwagen.
De man in de rolstoel die niet de stoep op kan.
Het nummer 1241 op de wachtlijst van de Zorg.
De weduwe. De wees. De blinde.
De oncoloog. De therapeut. De uitvaartconsulent.

Ver weg is de camera. Stil, groot verdriet. Je weet dat wel maar je ziet het niet.
Ik zou kunnen janken.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s