Nijlpaarden is een werkwoord

Een deur, een viskom, een tafel en twee stoelen.
Meer rekwisieten stonden er niet op het podium. Meer hoeft ook niet, de toeschouwer vult wel aan. Hij fantaseert zich een woonkamer in een rijhuis met oprit en garage. En een man die net vernomen heeft dat zijn laatste dag nakend is, zijn jonge minnares annex poetsvrouw die kapotgaat van verdriet en een echtgenote die, zoals het placht te gaan, altijd de laatste is die iets in het snuitje heeft.

Toneel is code. Aanname. Die vrouw wist alles al veel langer dan wij, zowel het uitgangspunt als de afloop. Ze heeft dat stuk talloze malen gerepeteerd om toch maar zo goed mogelijk te doen alsof zij nergens van weet. Wij op onze beurt doen alsof we haar geloven. Zo spelen wij het spel mee. Bovendien betalen wij daar zelfs nog entreegeld voor, het zou hier zomaar om een plan van Donald Trump kunnen gaan.  Elkeen acteerde naar best vermogen. De acteurs gebaarden, fluisterden, verbeeldden het echte leven. Tweehonderd liefhebbers lieten zich gewillig op sleeptouw nemen, lachten wanneer het werd verwacht en slikten als het nodig was een krop weg. In hun bokaal zwommen de vissen lijdzaam rondjes. Zij werkten op me in als een koude Duvel op een zomerdag. Telkens weer moest ik naar ze kijken.

Dit doet de vis: hij zwemt.
Je weet niet waar hij aan denkt. Zijn mimiek blijft stoïcijns, geen enkele emotie op zijn wezen. Hij deelt vreugde noch verdriet, niet met jou en voor zover je dat kan beoordelen ook niet met zijn soortgenoten. Je zag niet opeens twee vissen gezellig met elkaar keuvelen over dagdagelijkse vissenbesognes. Tekst voor het stuk hadden ze ook niet. Ze stonden nooit prominent op het kruisje centraal vooraan op het podium. De hoofdrol was niet voor hen geschreven.
Zij zwommen. Van links naar rechts, van voren naar achteren. En weer terug. Zonder regieaanwijzing, er heerste absolute willekeur in het water. Geen verkeerslichten of wegwijzers. Eentje zwenkte onverhoeds naar links waardoor een ander bruusk in de remmen moest. En toch, geen vin verroerde, nooit verhief er eentje zijn stem, tot slaande ruzie leidde het niet. Ook in de zaal dacht niemand eraan de ordediensten te alarmeren.
Een vis tikte stomweg tegen het glas, als een roodborstje uit een liedje. Als om te bewijzen dat hij wel degelijk een goudvis was, tuitte hij daarbij de lippen, als bij een kus. Eat that, readbreast!

De symboliek was me vanzelfsprekend niet ontgaan.
Ik kan dat wel hebben, een heldere, duidelijke metafoor. Liever leesbare dan onontwarbare puzzelpoëzie. Drie vissen in hun bokaal die geen kant op kunnen, dat waren natuurlijk die drie personages, muurvast gebetonneerd in hun eigen levens, woorden, gedachten en gevoelens. Zo wil een van hen naar Kaapstad emigreren. Een nieuw leven, een tweede kans, wie kent het verlangen niet? Dat gebeurt natuurlijk niet. Een ander gaat gewoon dood, de ultieme vlucht vooruit.
Zoals gezegd, toneel is code. Op het einde wipte de man als Lazarus van zijn sterfbed en nam hij buigend een verdiend applaus in ontvangst. Sterven loont, op een of andere manier.

De volgende ochtend stootte ik in de krant toevallig op een merkwaardig weetje. “Nijlpaard zwemt in eigen (en andermans) darmflora”. Daar had ik nog nooit bij stilgestaan. Nijlpaarden stappen niet uit het water om zich achter een struik op de hurken te zetten en zich te ontlasten. Zich schoonvegen met een Kleenexdoekje, dat doen nijlpaarden niet. Bij een pandemie geen nijlpaardenstormloop om toiletpapier. Beetje modale hippopotamus laat het lopen waar hij staat. Daardoor leeft in het water dezelfde bacteriegemeenschap als in de darmen van de dikhuidige, “een soort meta-microbioom dat de eigenschappen van het water in hun voordeel verandert.”
Zo doet natuurlijk ook de vis, bedacht ik. Die stapt er ook niet zomaar even uit de bokaal voor ontlasting, seks of andere dingen waarvoor wij aparte kamers hebben ontworpen. Zijn gehele doen en laten speelt zich af in dezelfde omgeving. Supergezond zwemt hij zich een weg naar het applaus aan het eind.

En wij?
Wij hadden gezondheidspas en identiteitskaart getoond en hielden onze mondmaskers op, een tikje moeizaam ademend, de keel droog, de bril bewasemd. Onmiddellijk na de voorstelling een korte passage naar het toilet.
Misschien spiegelen we ons beter aan het voorbeeld van het nijlpaard en de goudvis. Alles gewoon laten lopen waar we bijstaan en dan samen verder ploeteren in onze collectieve shit.

2 gedachten over “Nijlpaarden is een werkwoord”

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s