Heden zijn wij allen blij
jochei, jochei, jochei
heden zijn wij allen blij voor mij
Vandaag is geen gewone een dag. Het is ver-jaar-dag. En niet zomaar eentje. Vandaag is een mijlpaal. Een scharniermoment in mijn nu toch wel lange leven. Ik kan zeggen poeh, zoveel doet het me niet meer. Ik zou liegen.
Op de tijdlijn van het leven kleuren sommige haltes cursief en vet. De dag waarop ik acht werd, staat gemarkeerd met rood. In de plenzende regen fietste ik die ochtend blij en welgemutst naar school. In mijn boekentas achtentwintig Coca Colalolly’s, verpakt in een witte papieren zak. 1 kind 1 lolly, wat waren wij nog vrolijke Vrolijke Vriendjes toen. Helaas! Onderweg weerstond ik niet aan de drang nog een laatste keer mijn traktatie na te tellen, stel dat er één te weinig was! Het doorweekte papieren zakje scheurde, als Mikadostokjes stuiterden mijn lolly’s in de groezelige modder van de Gruisweg. Wat mijn geheugen nog vertelt: rode konen, gebulder uit zevenentwintig ondankbare monden en een misprijzende blik van de onderwijzer toen hij zijn pakje Groene Tigra Filter in ontvangst nam terwijl hij zware Gauloises rookte.
Dat ik toch zo’n olijkerd gebleven ben, verbaast ook mijzelf hogelijk.
Vanaf je achttiende mag je in je eentje autorijden, in het stemhok lekker zelf je eigen malloten gaan verkiezen en hoef je niemand nog ergens toestemming om te vragen. En ook, vanaf nu mag je rechtstreeks naar de gevangenis, je hoeft niet weer langs Start of in een of ander opvolgtraject.
Eenentwintig worden vierde ik in café Boerenkwartier. Ik verpulverde die avond het kroegrecord op de flipperkast een keer of tien en vierde elke nieuwe score met een Bolleke Coninck. Diep in de nacht zwalpte ik naar huis, een dronken en eenzame Pinbal Wizzard die voorzeker wist, met deze jongen wordt het nooit nog wat.
En kijk nu! Ha! Zo immers gaat het in het leven. Soms ben je alleen en soms ook niet, soms ben je blij, soms heb je verdriet, terwijl geruisloos en zonder genade je tijd vervliedt.
Kijk, dat rolt er zomaar uit. Het zal de wijsheid van de jaren zijn.
Vijfenzestig ben ik nu. De leeftijd van het vijfde wiel. Niemand vraagt nog naar mijn sterke schouders voor een verhuis, niemand heeft me nog nodig voor een klus. Wel kan ik nog de huiswacht spelen die de deur openmaakt voor de mannen van het water, de gas of Proximus.
Het leven als drietrapsraket. In de ochtend stijg je ten hemel, omringd door licht en liefde en vuur en veel poeha. Komt een schier eindeloze tijd van zweven door het zwerk en dingen doen waarvan je later niet meer weet dat je ze hebt gedaan en waarvoor het allemaal heeft gediend. Uiteindelijk land je weer, op en uitgedoofd, op een onooglijke golf in een onmetelijke Oceaan van Stilte.
De toekomst oogt fleurig. Ik krijg nu korting in musea en mag voordelig met De Lijn. Ook met de trein maar niet voor negen uur, kwestie de actieven in hun haast niet voor de voeten te schuifelen. Jongeren staan spontaan hun zitje aan me af, in de groeven rond mijn moeë ogen lezen ze de slapte van mijn knoken. Bedankt zeg ik maar nee bedankt. Ik kan nog best op eigen benen staan. En aan de elektrische fiets ga ik ook lang nog niet. Nog veel te jong daarvoor, te soepel en te ijdel.
Ha wederom! Winkelen mag nu tijdens het seniorenuur. Ik koop uitsluitend nog vetvrij, cholesterolarm en voedzaam. Fluks laveer ik van groenten naar fruit en yoghurt wijl vroegere klasgenoten hijgerig over hun rollator hangen. Ik mag luidop op ze mopperen, toch niemand die me hoort. Ik geef het toe, stiekem vraag ik me weleens af waar toch die zeurende pijn achter in mijn hoofd vandaan blijft komen. En ook mijn darmen doen soms raar. Het zal toch geen? Toch een keertje vaker langs de dokter dan.
Het beste is er nu wel af. Lang gaat het niet meer duren, dan komen eens per week de kinderen langs. Ze schikken de deken op mijn schoot, vragen of ik nog wat kan genieten van de zomerbeelden op tv, of het geluid niet harder moet en de verwarming wat omlaag. Ze schenken een lekker kopje thee, vlierbloesem met kaneel, goed voor de bloedsomloop. De borrel waar ik zo vreselijk veel zin in heb, mag van de arts al lang niet meer.
Ze zwaaien nog een keer, de plicht en druk druk druk, ik ken dat nog van vroeger, en laten mij in al mijn overbodigheid lekker nog genieten van mijn oude dag. Als ze de deur uit zijn, takel ik mezelf de zetel uit. Ik draai de kurk van The Glenlivet 18, Single Malt Scotch Whisky en kijk in de spiegel. Tjing, zeg ik en Hip Hip Hoi voor mij.
En u?
Gelukkige verjaardag Erik. In Nederland hebben ze dat moment twee jaar naar achteren verplaatst. Ik was beter naar la douce France verhuisd. Maar ja … ‘keuzes’ weet je wel.
Vorige zomer werd me voor het eerst een zitplaats aangeboden in een overvolle trein. Brr, grr, snik, zucht …
LikeGeliked door 1 persoon
Dank je wel, Koen. We kunnen maar beter zeggen: Beter wel 65 worden dan niet, nietwaar?
LikeLike
Dat beeld van jou met een dekentje in de zetel is absoluut niet verenigbaar met het beeld dat ik van je heb. Eerder een Erik die achter een bureautje zit te schrijven, strepen, en terug schrijven. Duveltje bij de hand. Of ergens op een bankje filosoferend over het leven. Maar met een Whisky in de hand kom ik graag mee toasten op het leven met jou! Tjing!
LikeGeliked door 1 persoon
Dank je wel, Annick. Ik wist niet dat jij ook weleens een whisky lustte? Toasten op het lange leven, dat doen we zeker, met eender wat!
LikeLike
Van harte gefeliciteerd met je speciale verjaardag Erik!
LikeGeliked door 1 persoon
Dank je wel, Tanja!
LikeLike