Mijn kinderen hebben geen kinderen en daar kan ik best mee leven. Toch droom ik soms over een kleinzoon op mijn schoot, een schattig knaapje van een jaar of zes, twee druppels zijn opa zestig jaar geleden, op zijn hoofd de tere krulletjes van een engel, hemelsblauwe ogen, zijn vrolijke gezicht bezaaid met fijne sproetjes waardoor ze hem al in het eerste leerjaar Frekkel zijn gaan noemen.
‘Zeg eens jongen,’ vraag ik hem, ‘wat wil jij later worden?’ Blijkbaar heeft hij daar al over nagedacht, hij antwoordt binnen de seconde:
‘Reporter ter plaatse,’ roept hij luid, hij weet dat de oren van zijn opa hun beste tijd wel hebben gehad.
Van trots gaan mijn ogen glimmen. Helemaal generatie Alpha is dit kind, geboren in een tijd van FOMO en Kijk-naar-mij. Wat er waar ook in de wereld gaande is, hij wil erbij zijn. Tevens is hij slim genoeg zich voor die ongebreidelde nieuwsgierigheid royaal te laten betalen, ik mag hopen dat hij zich alleen al van de onkostennota’s aandelen kan verwerven in een ethisch verantwoorde onderneming voor wanneer hij zelf met een kleinzoon op de knie zal zitten. Dit kind verstaat nu al de kunst om zich handig in het brandpunt van een gebeuren te posteren en tegelijk toch aan de zijlijn te blijven, als een partijleider die ongestoord kritiek mag geven op een regering waarin zijn eigen team de lakens uitdeelt.
Veel hoeft hij bovendien niet te kunnen om zijn dromen waar te maken. Marsorders volgen en herhalen wat hem wordt voorgekauwd brengen hem al een eind op weg.
De orders: download je ticket, pak je koffers, stap op het vliegtuig. Ter plekke zoek je een telegenieke plek, laten we zeggen een heuvel met uitzicht op de puinhopen na het bombardement, een hotelbalkon met panoramisch vergezicht over de kolkende modderstromen, desgevallend met blote voeten in de branding van de oceaan voor het buitenverblijf van de presidentskandidaat. Steek je oortje in en luister naar het anker in de studio, kijk bekommerd in de camera en herhaal:
‘Dag Reporter ter Plaatse, op de beelden achter je zien we een en al ellende, is het niet?’
‘Zeker Anker. Zoals je ziet is het hier een en al ellende, de slijkerige bruine brij stormt als een vloedgolf door de stad.’
‘We zien drijvende auto’s, ontwortelde bomen, huizen die tot de bovenverdieping onder water staan.’
‘Het is vreselijk wat hier gebeurt, Anker. Auto’s drijven door de straten, bomen worden losgerukt, huizen staan tot aan het dak onder water.’
‘Hoe reageren de mensen? Zijn ze boos? Op de overheid misschien?’
‘O ja, de mensen zijn heel boos en verontwaardigd, Anker, met name op de overheid. We vroegen het enkele voorbijgangers op straat, kijk even mee naar de reportage.’
‘Dank je wel, Reporter ter Plaatse, en wees alsjeblieft voorzichtig, we willen je heelhuids terugzien.’
Klaar is kees.
Trots als een pauw druk ik mijn kleinzoon tegen me aan. Zes nog maar en al helemaal een man van deze wereld. Nu al beseft hij donders goed dat het in deze tijd belangrijker is interessant te lijken dan het echt te zijn. Je hoeft niet per se meerwaarde meer te bieden om status en welstand te verwerven, het volstaat in beeld te komen, deel te worden van de show. Dit kind gaat het vast nog heel ver brengen.
‘Het gaat niet zo best met het nieuws vandaag de dag,’ vraag ik hem, ‘er is meer fake dan echt, heb je dan een plan B?’ Even denkt hij na.
‘Influencer misschien,’ zegt hij dan. Ik hoor aarzeling in zijn stem, hij is bang dat zijn oude opa zich bij deze roeping niet zoveel kan voorstellen. Hij heeft gelijk.
‘Daar zijn er wel al veel van, lees ik overal,’ antwoord ik. Even zwijgen we allebei.
‘Weet je? Je zou bijvoorbeeld ook opiniepeiler kunnen worden. Je bouwt vooraf een ruime foutenmarge in en zit je er nadien toch nog mijlen naast, dan komt dat door de kiezer. Die is immers, dat is algemeen geweten, wispelturig als de wind.’
De jongen gaapt en schikt zich op mijn schoot.
‘Federaal formateur, kan ook altijd,’ kom ik nu op dreef. ‘Lukt het niet, dan ligt dat nooit aan jou maar aan de koppige karakters aan de tafel. Of klimaatactivist, altijd werk. Stoelgangspecialist of menopauzewatcher, krijg je een eigen televisieshow. Magazijnbeheerder van bestanden in de cloud zodat een mens makkelijk zijn oude documenten terugvindt, ook heel erg nodig.’ Ik hoor hoe het kind op mijn schoot dieper gaat ademen, aai dromerig de fijne krullen op zijn hoofd.
‘Ach, van opa mag je alles worden wat je wil hoor, zolang je maar gelukkig bent.’ Dat laatste heeft hij vast niet meer gehoord.
Als hij maar geen voetballer wordt, ze schoppen hem misschien halfdood, flitst me nog door het hoofd, al is dat misschien meer een beeld van vroeger. Stilletjes leg ik hem in zijn bedje en teken een kruisje op zijn voorhoofd.

Ik vind reporter ter plaatse een mooie beroepskeuze. Toch een soort reisjournalist.
LikeGeliked door 1 persoon