Lockdown, week nummer tig.
De tijd is een smaakloze, grijze pap. De dagen verliezen hun kleur. Maan wordt dins en woens lost ongemerkt op in donder. Zachtjes tikt de regen tegen mijn zolderraam het ritme van de eenzaamheid.
De tijd gaat snel, gebruik hem wel.
Je legt een puzzel, de skyline van Hongkong in tweeduizend stukjes, tweeduizend tinten blauw en grijs. Je schildert de inkomhal in egaal ecru, praat met de vissen in de vijver van het park en telt de afgewaaide bruine boombladeren op het gazon.
Lang leve de leegte.
Je speelt wat met je telefoon, Samsung Galaxy S8, je dacht van Japanse makelij maar Wikipedia zegt Zuid-Koreaans. Je installeert een nieuwe beltoon, Fixkes: “Makkik binne makkik binne oem e lieke te beginne, over de goeien ouwen taait, van rekenen en vlaait…’
Dat hoorde je nog een keer op de radio, maar verder bijna nooit meer.
Nu opeens weer wel.
Mijn fietsmaat aan de lijn, zeg je dat nog zo, aan de lijn? Toevallig vroeg ik me niet zo lang geleden nog af hoeveel duizenden kilometers hij en ik, zij aan zij onder een stralende zon of dikke dreigende wolken, wind mee of tegen, samen hebben verteerd. Dat berekenen kan ik niet, wiskunde is niet mijn specialiteit.
Dat het prima met hem ging, vertelde hij. En wij hier, ook alles kits? Dat hij er wel naar uitkeek samen weer de baan op te gaan, dat was hoelang geleden ook alweer?
‘Ik ook,’ antwoordde ik. Niet zomaar. Plots zond mijn bloed prikkels naar mijn benen, alsof het een versnelling hoger schakelde en mijn lichaam volpompte met hernieuwde energie. Ik snoof de voorjaarslucht al op, voelde wind op mijn huid en hongerde naar het pad langs het water.
De volgende dag, een andere vriend, nog langer geleden.
‘Ik zat net aan je te denken,’ zei ik en hoewel het waar was, hoorde ik zelf ook wel hoe hol die woorden klonken. We praatten wat, over vrouwen en kroost, de toestand van de wereld en hoe het beter kon. Zoals we dat altijd al hadden gedaan. Een uur is gauw voorbij.
‘We bellen te weinig,’ zei hij.
Hij had gelijk.
De zondagse wandeling dan, met een bevriend paar. Je hebt meer vrienden dan je denkt. We omhelsden elkaar niet, kusten niet en drukten geen handen, maar ploeterden samen door een moerassig stuk bos, wankel en op onaangepast schoeisel. We waarschuwden elkaar voor glibberige plekken, wezen naar houvast. Een ijverige specht hamerde met veel geestdrift een vroege lente in onze hoofden. De zon brak door, het werd lichter en behaaglijk warm.
En toen we afscheid namen, waren we in het geheel niet rotsentimenteel. Opgewekt zwaaiden we elkaar ten afscheid, ik zeg u geen vaarwel, dra zien we elkander weer.
Diezelfde avond een e-peritief.
Google Meet, Duvel koud. Meer dan dertig jaren al marineren mijn gabber Peter en ik ons geleuter in blond schuimend bier, al is dat ook wel eens wijn of iets sterkers geweest. We pikten de draad op waar we hem zoveel weken terug hadden laten liggen. In vroegere tijden zou dat dan geweest zijn ergens op de snelweg van seks over drugs naar rock and roll, maar nu we gerijpt zijn, zijn we kijkers geworden. Die film gezien, die reeks gevolgd, Netflix is een zegen, houd toch NPO ook in de gaten.
Toen onze woorden op waren en de glazen leeg, overschouwde ik een slagveld van post-its vol tips en krabbels tussen de vochtkringen op en naast mijn laptop. Maandag werd Googledag, uren speelde ik kwijt met het ontcijferen van beschonken kribbels en het navlooien van titels en namen.
Dat voelde goed.
En ook nu weer, op dit eigenste moment, verdomd als het niet waar is, duikt onverhoeds iemand op uit een ver verleden en vraagt of hij even binnen mag.
Natuurlijk mag dat. Vrienden altijd.
Uit de radio komt dat liedje van de vroegere Nederpoppers van Het Goede Doel. Eerst twijfelden zij over België, nu over vriendschap. Een keer trek je de conclusie, vriendschap is een illusie.
Leuke vondst, fout besluit jongens.
De hoogste tijd om Fixkes te gaan draaien.
Leuk!
LikeGeliked door 1 persoon
Herkenbaar…
LikeGeliked door 1 persoon
Kan jij berekenen hoeveel kilometers wij samen ongeveer hebben gefietst?
LikeLike