Die Mooie Zomer

Oh Oh Oh
Wat voelt het goed om weer bij u te zijn.

          Wat wil ik u graag vertellen over die lange, mooie zomer die alweer traag doch gestaag richting herfst glijdt. Over mooie reizen, avonturen en malheuren, wijn en oesters en la dolce vita. Over zon, zee, strand en een wereld zonder zorgen.
Helaas. Ik kan het niet.

          Over waar ik zoal ben geweest. Over wandelen en fietsen langs de oevers van de Vecht. Over de molens op de oevers met hun malende wieken. Over reigers in het riet, glinsterend twinkelend water met daarop juffers die een salsa dansen. Over de tuinen en kastelen in het Gooi. Over het Duitse Düsseldorf, haar knusse Altstadt warm als een vrouwenschoot, haar tijdloze kunstcollectie, haar Bourgondische keuken. Over klauteren op de rotsen in de Alpen, elektrisch MTB-en in echte bergen, wandelen door zwarte bossen naast een klaterende waterval op het ritme van vrolijk vogelzang. Over mijmeren en praten, filosoferen en lameren en soms ook stilletjes zwijgen. Over mensen op je pad en de dingen die voorbijgaan.
Het spijt me. Het lukt me niet.

          Over wat ik in die maanden heb gelezen nu er weer de tijd voor was. Over die dichter die de wereld wou veranderen en dat ook een beetje deed, Paul van Ostaijen, dat meesterlijke werk van Matthijs De Ridder. Over de Dagboeken en Notities van Patricia Highsmith of hoe getroebleerd, getormenteerd een schrijversleven wel kan zijn. Eer en glorie komen niet vanzelf. Ook vijftig, honderd jaar geleden leden lieden aan de kunst en aan de wereld. Roken, drinken, fladderen en vlinderen, nooit en nergens ergens rust. Geen oase in je hoofd waar je heen kan gaan, wanneer je reist, reizen je besognes met je mee.
          Over schoonheid wil ik praten, beloken erotiek en een liefde die niet mogelijk is, De Dood in Venetië, die stilistische novelle van Thomas Mann en hoe gekeerd de tijdsgeest is. Kan dat nog vandaag de dag, in de literatuur je liefde voor een jonge knaap belijden? Hoe fijn zou het zijn samen met u daarover een boompje op te zetten.
Het kan helaas niet zijn.

          Wat zou ik me graag met u vrolijk maken over die invasie van die olifanten in dat heerlijke Het Geschenk van Gaea Schoeters. Wat een mooi en goed bedacht verhaal! Of hoe wij hier ten Westen van de wereld denken alles alsmaar beter te weten dan de ander. Wij het grote gelijk, wij de correcte levenswaarden en zij, zij niet. Tot blijkt, ook hier weer dwalen wij, zoals we dat wel vaker doen.
          In De Schönwalds stelt Philipp Oehmke ook een vraag: iets niet zeggen, is dat liegen? Heeft niet ieder recht op ten minste één geheim? Ik vraag het voor dat meisje dat een winkel opent met geërfd nazigeld. Of toch naar men meent te weten. Laat je oude koeien beter in de sloot? Is alle kennis relevant, moet eenieder altijd alles weten? Sowieso had ik daar graag op een augustusavond bij een gebraden boutje en een fijne Chardonnay uw en mijn gedachten gedeeld.
Alleen, dat kan nu even niet.

          De bomenkap. Dat miserabele Anderlecht. De fratsen van die Trump. Jeuk op je rug waar je net niet bij kan. Die slecht gespeelde komedie van presidenten en wereldleiders die doen alsof ze iets aan het doen zijn. Spieken op examens. Chat GTP. Ik kan nog wel een tijdje doorgaan zo, mocht dat alles ertoe doen.
Dat doet het echter niet.

Het is dat ene beeld.
Die foto van dat kind.
Dat hulpeloze kind. In die veel te grote handen van die radeloze moeder.
Dat kind. Je hoort het krijsen van de honger, de ogen leeg en zwart als het graf dat wacht.
Dat beeld. Dat kind.
Je kijkt er zo doorheen. Knoken en beenderen in een vlies van vel.
Je kan de ribben tellen, met het blote oog. Zelf heeft het daar de kracht niet voor. Zelf zal het ook nooit tellen leren. Er zijn niet langer scholen in die stad. Er is geen 1 september, geen nieuwe juf. Niet voor dit kind.
Dat beeld. Dat kind.
En een wereld die ernaar kijkt en niets aan doet.
Daarover moet het gaan.

3 gedachten over “Die Mooie Zomer”

Plaats een reactie