Een vaarwel

               Het is op maandagavond. En het zou fijn zijn als jij er ook bij kon zijn. Dat zou hij zeker ook gevonden hebben.
               Vooraan de kist, de bloemen, de kransen. Geen wierook hier, geen kruizen, geen plaasteren gezichten die op droefenis staan. Hier geen god, geen gedoe. Hier wordt eer betoond aan de mens zoals hij was toen hij nog leefde, naar wat er daarna komt hebben wij te raden.

               De ruimte, de omvang van een sportzaal, zoemt als een theater voor de voorstelling.
               Vanwaar je zit kan je de gezichten op de eerste rij niet zien. Dat hoeft ook niet, je weet hoe het is. De plaatsen vooraan in de zaal zijn deze avond niet de beste. Laten we hopen dat wie daar zit de warmte voelt van de ruim duizend ogen die in hun ruggen prikken.
               Als je iedereen bij elkaar optelt die erbij was toen je moeder ging, je vader en je broers, dan nog kom je niet tot de helft van de aanwezigen hier. Hoe meer mensen bij je afscheid, hoe meer je betekende tijdens je leven, zeggen ze. Zou dat kloppen? Deze man heeft dan vast een steen of twee verlegd, links een dam opgetrokken of rechts een dijk gebouwd.
               Je maakt je geen illusies, bij jou zal het heel wat minder zijn. Je troost jezelf, niet de kwantiteit is het belangrijkst. Wie later liever niet voor jou uit zijn luie zetel komt, blijft er maar lekker zitten. Een gedachte voor je notitieboekje.

               De zonen nemen het woord. Verrassend rustig, hun stemmen onder controle, mooie woorden. Je stelt je de trots voor van de man in de kist. Hij heeft het goed gedaan, dat zeggen zij, dat willen ze laten weten. Of je het goed deed, weet je toch pas achteraf, als het voorbij is.
               In een flits zie je daar je eigen zoon en dochter, bedremmeld, bedroefd, hun best doend voor hun papa. Je tast naar je zakdoek. Misschien laten ze die kelk toch maar beter aan zich voorbijgaan. Of wat je ook kan doen, je doet het zelf. Schrijf een script, kies foto’s en muziek, maak er een podcast van. Regisseur van je eigen afscheid, er woont ook een narcist in je.
               De broer is een vat vol anekdotes. Hij worstelt met de microfoon, zet dapper door, het is het laatste wat hij nog voor zijn broer kan doen. Ach, je broers en zussen. Je hele leven kennen ze. Ze waren erbij, aten aan dezelfde tafel, sliepen in dezelfde kamer, speelden in dezelfde tuin. Jouw leven, hun leven. Toch voelden ze niet wat jij voelde, beleefden niet hoe jij het hebt beleefd. Deze broer schildert een kleurrijk portret, een grapje erbij, legt stukjes bij de puzzel van de man waarvan jij slechts een stukje hebt gekend.
               Ook de mensen van het werk hebben mooie woorden voorbereid: teamspeler, toewijding, inzet. Vertrouwen en Respect, tweemaal met hoofdletter. Ze roemen de goedlachse collega, de richtinggevende directeur. Je laat je gedachten even dwalen naar je eigen collega’s, je wuift ze meteen weer weg. Ze horen hier niet. Ze zijn een ander verhaal dat er hier helemaal niet toe doet.
               Na de mannen van de voetbal – hun kapitein!, is het slotwoord voor de geliefde. Pijn, zegt Van Dale, is lichamelijk lijden. Die omschrijving komt nog niet in de buurt van de breinaald in het hart, dat laaiende hellevuur vanbinnen, het missen, de onmacht, het verzet, en de onmogelijkheid om al die heftigheid in woorden te vangen. Pijn staat in het woordenboek, maar ook weer niet.

               Je mag achteraf mee in het achterzaaltje nog een laatste keer klinken. Voor de gelegenheid kies je Trippel Karmeliet, je zag het hem ook weleens drinken. Santé, zeg je, een keer, twee, drie, welaan dan, vier. Zo deden jullie het ook toen jullie op stap waren. Avonden zonder stiltes waarop elke keer weer jullie turbulente levens passeerden. Jullie draaiden er niet omheen, elk zijn gedacht en santé, voor wie is de volgende? In het diepst van het glas trokken jullie dan steevast hetzelfde besluit: wij weten het ook allemaal niet maar we hebben ons wel geamuseerd. Bedankt maat en dit moeten we nog doen.
               Net als je een vijfde glas overweegt, maant iemand je om mee de erehaag te vormen. Nooit eerder zag je drinkende mensen zo spontaan de gesprekken doven. Stilte als achtergrondmuziek. Een tokkelende gitaar, een kist glijdt in een auto. Zacht valt de achterklep in het slot. Handen gaan op elkaar. Het donker van de nacht slokt twee rode lichtjes op. Uiteindelijk rest niets nog dan het zwart.
               Het is tijd. Alles is gezegd.

5 gedachten over “Een vaarwel”

  1. Je werpt me bij wijze van spreken even terug in de tijd. Naar het afscheid van mijn eigen lief. Bijna 18 jaar geleden. Ook ik (wij) deed het een beetje anders dan anders. Maar dat is geen verhaal voor nú op deze plek. Een groet.

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s