“Drie verticaal: idioot, vier letters”, zei mijn vader. Cynisme hoorde bij onze opvoeding als het strand bij de zee.
“Jij”, dacht ik, maar dat was een letter te weinig. ‘Jij’ schreef je toen nog met een g vooraan. “Held”, lachte ik.
We hadden net uitgebreid gefilosofeerd over hoe generaals hun soldaten op het slagveld inzetten als voer voor kanonnen. Na hun dood eert de natie haar helden, elke 365 dagen opnieuw. Moeders huilen elke dag. Wat tellen eer en roem als je als maagd van nog geen negentien een feestmaal voor de wormen bent?
Bewonderen was mij niet vreemd. Als jongen verafgoodde ik zoals alleen jongens dat kunnen. Robin Hood vrijbuiterde in de bossen van Nottingham, stal van de rijken en schonk de buit aan de armen. Samen met de Alverman veroverde de eenvoudige Johan het hart van de beeldschone Rosita, dochter van de norse maar rijke Don Christobal de Bobadila. Hij overwon moedig de valse lagen en listen van de gemene ridder Guy de Sénancourt. Siegfried versloeg met het zwaard een draak die vuur spuwde en elke dag een maagd verteerde.
Helden bestonden ook écht. Tommie Smith en John Carlos balden de vuist in zwarte handschoen op het podium van de Olympische Spelen in Mexico. Black Power! Jan Palach stak zichzelf in brand op het Wenceslasplein in Praag, een levende toorts als protest tegen de Russische bezetter. Maarten Luther King droomde zijn dood, Cassius Clay koos drie jaar cel boven zinloos vechten in Vietnam. Nelson Mandela, Steven Biko… een galerij van helden.
Helden verdedigen weerlozen, tarten de macht, komen op voor wie dat zelf niet kan. Helden zijn gutmenschen. Een held stapt onvervaard de vijand tegemoet, kijkt zonder schroom het gevaar in de ogen. Helden schaffen das. Zij ergeren heersers en meesters en krijgen aan het eind de jonkvrouw. Mét kus.
Als kind was ik mijn eigen held. In mijn fantasie passeer ik de woeste rivier precies op het ogenblik dat het kind zich losrukt uit de hand van de moeder en in het woelige water sukkelt. Sneller dan een bliksemflits werp ik mijn kleren op de kant, duik onvervaard het ijskoude water in en zwem met lange, sierlijke halen naar het spartelende kind. Ik hoor niets van de bewonderende ooh’s en aaah’s van de uit alle hoeken toegesnelde vrouwen. Ik weet dat ze er zijn. Ertussen staat verloren, eenzaam en het gelaat door afgunst groen, een enkele man. Hij roept driftig om hulp, een amechtige poging om zich ook enige allure aan te meten. Hij wou dat hij mij was. Net voor het water het kind definitief op kan slokken, duik ik onder het spartelende lichaam, omknel de oksel en til het naar lucht hongerende hoofd boven water. Met krachtige beenslagen zwem ik ruggelings, tegen de stroom in, naar de oever. Uitputting dreigt maar we halen het net. Het kind leeft nog. Huilend stort de moeder zich op haar telg. Als ze het hoofd heft, ziet ze aan de horizon nog een stip, een held met wapperende blonde manen op een wit paard. Net als al die andere vrouwen zal zij zich ’s nachts nog vaak vragen: wie was toch die man die mijn kind het leven redde?
O Tempora, O Mores. De held van weleer is vandaag een sok, gebreid uit de wol van geit. Een softie. Een watje. De held van het heden hult zich in een vacht van schaap. Het hart moet hard. Hij laat de drenkeling verdrinken, verstoot de verstotene, schopt naar de verschoppeling. Hij snoeft en pocht en klopt zich fier op de borst als hij het schip weer de zee opstuurt. Als het kind verdrinkt is het de fout van de moeder. Hij misprijst wie weerloos is, vernedert de andere opinie, wentelt zich wellustig in het grote gelijk van zijn superioriteit. De vluchteling noemt hij crimineel, de vreemde des duivels. Hij is de koning van de retoriek, tweet sneller dan het licht, speelt met woord en beeld. Hij is de veilige haven, laat zich leiden door spinners en peilers en noemt dat beleid.
Voor het trotse stadhuis van de stad aan de werf, staat Brabo. De held ging een ongelijke strijd aan met een reus, won, hakte de reus de hand af en wierp die in de Schelde. De schepen konden weer door.
Drie verticaal: idioot, vier letters. Iemand? Theo? Bart? Erik kan trouwens ook.