Woordangst

Ik ben bang van een boek.
Kan dat? Je kan schrik hebben van dieren, ja. Van mensen, zeker. Maar van dingen? Een ding op zich is dood, is niets. Een keukenmes in een blok is even boosaardig als een pasgeboren baby. Pas als een dronken kok ermee begint te zwaaien, wordt het gevaarlijk.

Het boek is niet eens dik of zwaar, amper tweehonderd pagina’s.
De flap is zwart. In rustige witte letters, Times New Roman, de naam van de auteur, titel en ondertitel. Dat avondwit op nachtzwart beangstigt een beetje. Hier geen kleur, zelfs geen grijs. Tussen auteur en titel de contouren van een gezicht. Geen gerimpeld voorhoofd, geen neus, geen ogen, geen vlekjes of puistjes. Het gelaat als een vel papier, vol met handgeschreven, niet te ontcijferen woorden. Twee dikke strepen rode verf bedekken de mond. Je ziet geen lippen, geen tanden, geen lach, enkel die twee ruwe, dikke vegen. Monddood.

Het boek heet ‘Ik zal de wereld nooit meer zien’. Ahmet Altan is de schrijver. De ondertitel: Aantekeningen uit de gevangenis.
Je weet nu al: dit boek vertelt een verhaal. Niet een verhaal waarbij je opgewonden raakt of niet kan stoppen met lezen voor je weet wie het gedaan heeft. Maar een echt verhaal, een dat moet verteld worden. Omdat de wereld hoort te weten hoe het is, in dat land van Erdogan, in die gevangenis. Het enige dat de gevangene nog kan, is het woord verspreiden. Hij is niets meer, heeft geen ogen, geen neus, geen gezicht. Hij is alleen nog stem. Met rode verf probeert men ook die te smoren. Maar het woord laat zich niet vangen, sijpelt overal doorheen.

Tijdens een avond in een bruin café vertelde iemand me over dit boek.
“Mijn vrouw,” zei hij, “leest nooit boeken.”
Anekdotes over echtgenotes doen het altijd goed. Dat belooft lachen.
“Ikzelf lees altijd en overal. In bad, bed, op het toilet.” Herkenbaar.
“Na dit boek ging dat niet meer,” ging hij door. “Het bleef zinderen in mijn hoofd. Ik kan een flinke zeur zijn af en toe en bleef er maar over doordrammen.” Nog steeds herkenbaar.
“Tijdens  een wandeling met mijn vrouw, ik had het al minstens een week uit, opnieuw. Dit boek kleeft aan me, vertelde ik haar. Ik krijg het niet van me afgeschrobd, het zit op en ook onder mijn huid. Ik weet niet wat ik hiermee moet.”
Ze antwoordde: “Lees dan zulke dingen niet.”
Je begrijpt haar, zij bewaakt de rust in huis. Maar je weet natuurlijk dat haar voorstel geen optie is.

Dat vertelde ook Erik Vlaminck, voorzitter van PEN Vlaanderen. PEN ijvert voor vrije meningsuiting, ook hic et nunc een belangrijk goed waar we zuinig op moeten zijn. PEN zet zich in voor vervolgde auteurs en verzet zich tegen elke vorm van censuur.
Ik probeer me voor te stellen hoe dat is, een vervolgde auteur zijn. Waar haal je de moed om te blijven spreken? Je taal wordt verkracht, je woorden verdraaid, misbruikt, in andere contexten geplaatst.
Je weet dat.
Je blijft doorgaan, welke prijs je ook betaalt, al kost het je je vrede, je vrijheid, je leven.

Zelf ben ik niet zo’n held. Ik schrijf soms een onnozel verhaaltje. Hier en daar voelt een Langteen zich aangesproken. Men weent, dreigt wat, een telefoontje, een sms’je, een mail. En ik zwijg. Ik blijf zwijgen tot op de dag dat ik me veilig weet. Laf misschien, het zij zo, het heldendom is niet aan mij besteed.
Echte helden, echte schrijvers ook, laten zich het zwijgen niet gelasten.

PEN-auteur Peter Theunynck schreef daarover een gedicht, ‘Vink’.
Dat deed hij voor Ashraf Fayadh, een Palestijns dichter die wegens godslastering in Saudi-Arabië tot onthoofding werd veroordeeld. Die straf zette men om in acht jaar gevangenisstraf en achthonderd zweepslagen, toe te dienen op zestien verschillende tijdstippen.
Lees deze laatste zin nog een keer.

Vink

Voor Ashraf

Een vink blijft zingen
achter tralies.

Een vink blijft zingen
met een kap op de kooi.

Een vink blijft zingen
op water en brood.

In het holst van de winter
blijft de vink zingen.

Schroei haar ogen dicht
en zingen doet de vink.

God schiep de vink
om te zingen.

Peter Theunynck (Uit: Tijdrijder, Wereldbibliotheek, Amsterdam)

En nu, laat me, ik ben er even niet. Ik ga de wereld zien zoals Ahmet Altan het doet. Vanuit zijn  gevangenis.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s