Kutjaar

Onopvallend vloeide het ene jaar in het andere, als een rivier in de zee.
Een kutjaar, declameerde Josse De Pauw elke dag, elk uur, op elke zender. Het moest met kut en klote want als het minder gaat, sleept men er de schaamstreek bij. Het voortplantingsorgaan als oorzaak van alle volgende ellende.
Merkwaardig. Alsof we met gedurfde woorden het kwaad kunnen bezweren. Pubers tikken we ervoor op de vingers, maar bij een gelouterd artiest krijgt platvloerse taal een artistiek aureool. Dan wordt ook een kakmachine kunst. De verbeelding aan de macht.

Het waait wel over, dachten wij.
Een vleermuis met een virus, typisch iets voor daar. Hebben ze tenminste een reden voor die stomme mondmaskers die ze daar altijd dragen. Ze bekijken het maar. Aids en ebola in Afrika, eigen schuld, dikke bult. Wij laten ons geen angsten aanpraten. Wij staan daar boven. Wij zijn vrij en ongenaakbaar. Leve onze ski’s en onze schnaps, onze citytrips en goedkope vluchten. Op pistes en in vertrekhallen drumden we ons een weg terwijl we ons het pleuris ergerden aan elkaar. Allemaal op weg naar niets, op hetzelfde tijdstip naar dezelfde plek op dezelfde manier. Deze kleine genoegdoeningen zijn verdiend, een beloning aan onszelf, noeste zwoegers die we zijn.

Het vlindereffect van de vleermuis.
Het leek nog leuk en aardig eerst. Spannend. Extra vrije dagen, vaak vergoed, quality time in eigen huis, gezellig. Eindelijk tijd om dat boek te lezen, die puzzel te leggen, samen te zijn.
Helaas, het leven is een luchtbel, gevuld met illusie en blind geloof. Hoe lang valt dat gejengel te verdragen? Hoe zwaar weegt dat blok aan je broekspijp dat je achtervolgt tot in de kleinste kamer?
En ja, het is waar, in een beneveld moment beloofde je inderdaad ooit eeuwige trouw, in goede en slechte tijden, zeker. Wist jij veel. Over okselgeuren en darmgeluiden, de klok rond en zeven op zeven, repte men toen met geen woord.

Als om ons geduld te testen verzon men altijd weer nieuwe regels. We begrepen het niet meer, stelden vragen. Als ik niet mag zwemmen, mag ik dan pootjebaden? Is een frietkot een restaurant? Uit hoeveel mensen bestaat een bubbel van vier? Wie zorgt er voor onze oudjes? Nee sorry, wij zelf echt niet. Geen tijd. Het huis is ook te klein, er is het werk, de kinderen, de weekendtrips, de sauna. Ik klap vanavond wel even in mijn handen, is dat ok?
Ons geduld bereikte haar buitengrens. Dat vaccin, hoelang gaat dat nog duren? Wij zullen wel weer achteraan in de rij staan, zeker, in dit apenland? Hoezo het is er al? Zo rap, dat kan niet, is dat wel fatsoenlijk onderzocht? Hmm, misschien liever nog wat afwachten. Wàblieft? Dat oud ijzer van zesennegentig krijgt voorrang? Serieus?
We verlangden naar kroegen en restaurants. De cinema, het pretpark en de kapper. Het mocht niet. Een van de meest duistere jaren uit ons bestaan, oordeelden we. Op radio en televisie zegden ze het ook. Kutjaar, ze ramden het erin met de voorhamer.

Kalm blijven, lachte de uitverkorene van zesennegentig terwijl hij zijn mouw opstroopte. Ik heb erger gekend. We eten vandaag toch geen beschimmeld brood, of overrijpe aardappelen in uiensaus met een blad verlepte sla? Er is genoeg toiletpapier voor iedereen. Geen dreiging van oorlog of geweld. Het probleem is zo gekomen, op een dag is het ook weer weg. Hier een ader, spuit de genezing er maar in, op naar de honderd.
Troost vonden we in ketokuur en mindfulness. In kookboeken van Pascal Naessens en knutseltips op Dobbit TV. Hoe reinig ik mijn gevel, hoe zet ik een veranda? Dingen die je altijd al wilde doen, als je ooit eens vijf minuten tijd had. We gingen e-biken en leerden fitnessen op een matje in eigen huis. We verkenden de bossen van Vlaanderen. We ontdekten Netflix. Breaking Bad. Better call Saul. The Queens Gambit. Donkere lange dagen op de sofa, knabbeltje, borrel.

Dit huis wisselde van jaar tijdens House of Cards. Over intriges en corruptie in het Witte Huis, manipulatie en meedogenloosheid. Na aflevering zestig, killer en kouder was de sfeer tussen de president en oppositie nog nooit, zapten we even terug naar de echte wereld. In het journaal herkenden we het kaartenhuis uit de serie. We herkenden de acteurs, de president en zijn entourage, andere gezichten, zelfde machtswellust.
We zagen hoe fictie overvloeide in realiteit, zoals het ene jaar in het andere.
Er was niets veranderd.

2 gedachten over “Kutjaar”

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s