Beste Bart
Was dat nu echt nodig?
Loop even mee. Elf jaar geleden: twee mensen kiezen een naam voor hun kind. Firdaous. Paradijs. Immers, de geboorte van een kind is een paradijselijk gebeuren. Ze dromen haar een paradijselijk bestaan. Een paradijs willen ze haar bieden. In hun zoektocht naar geluk zijn ze ook daarom in uw stad aangeland. Mensen met wortels in den vreemde worden in bepaalde kringen soms minachtend gelukszoekers genoemd, maar geluk zoeken mag. Toch? Kleeft daar een parfum van illegaliteit aan? Het is toch hier Noord-Korea niet? In deze contreien zijn de mensen nog vrij om te gaan en te staan. Toch? Enfin, soit.
Deze week, verloren maandag. Die ochtend steekt mama nog een extra koekje in de boterhammendoos. Firdaous eet geen worstenbroodjes. Na school worstelt het kind zoals elke avond wel weer met haar sommen. Het vijfde leerjaar is moeilijk, niet iedereen wordt als bolleboos geboren. U kent er genoeg die aanzienlijk dommer, trager en minder welbespraakt zijn dan uzelf. U bevolkt er regeringen mee.
Ze is geen primus inter pares, Firdaous. Ambitie heeft ze wel. Chef-kok wil ze worden. Stel je voor, Firdaous in de keuken van ’t Fornuis, fusion food, de exotische smaak van het Zuiden in uw mond terwijl u goedgemutst uw zaakjes afhandelt met de bobo’s van het vastgoed. Enfin, soit.
Na haar huiswerk gaat Firdaous nog wat spelen in de garage. Welk spel ze speelt? Wie zal het zeggen? Vadertje en moedertje? Mens Erger Je Niet? Misschien plaatst ze grappige, gefilterde selfies op Snapchat voor de vriendjes en vriendinnetjes uit de klas. Abrupt maakt een kogel een einde aan haar spel. Dacht u net als ik ook meteen aan de kleine Mawda, vijf jaar geleden? Ook een verdwaalde kogel. ‘Mede de verantwoordelijkheid van de ouders,’ zei u toen. Ik vroeg me toen al af: moet dat nu echt?
Die kogel vermoordde natuurlijk niet alleen dat onschuldige meisje van elf. Hij verwondde haar papa, haar zussen, doofde voor altijd het licht in de ogen van de mama, kerfde levenslange littekens in de zielen van klasgenootjes, buren, vrienden. Hij beschadigde een hele gemeenschap, jong, oud, wit, geel of rood, man, vrouw, iedereen. In uw stad!
Ik begrijp u. Hier moest daadkrachtig worden gehandeld. Verantwoordelijkheid genomen. De bevolking gesust. Een crisis als deze vraagt snelle en heldere communicatie. U posteerde zich zoals elke dag voor uw vrienden van de pers. Jullie kennen en tutoyeren elkaar, jullie weten hoe het werkt: u poneert uw mening over een onderwerp naar keuze en zij geven die klakkeloos weer. Enfin, soit.
Dit zat eraan te komen, oreerde u. Deze familie is gekend. Wij weten al veel langer dat hier slinkse praktijken gaande zijn. Dat een onschuldig kind dan bij een represaille een kogel in het hoofd krijgt, is weliswaar tragisch, helaas, zo gaat het er in dit milieu aan toe.
Was dat nu echt nodig, Bart?
Beeld je in: dat kind is uw dochter. Uw broer, – dit is slechts een fantasietje, ik heb uw werkelijke broer echt hoog zitten, alle respect voor hem, – vergaart fortuinen op malafide wijze. Kan u daar wat aan doen? Bent u uw broeders hoeder? Zit het er dan zomaar aan te komen dat uw dochter wordt geslachtofferd op het altaar van de hebzucht? En meteen een tweede keer op dat van de politieke recuperatie?
Dat ‘het zat eraan te komen’, moest dat nu echt? En als die bewering klopt, waar was u dan? U bent toch de vader van alle burgers? Hoofd van de politie? Uw taak is het toch onze veiligheid te waarborgen. Als u wist dat deze dag ging komen, welke maatregelen heeft u getroffen om dit kwaad te onderscheppen? Dan daarbovenop ook nog die fabel van die microgolf. Bart! Waar kwam dat vandaan zelfs? Is een kogel in het hoofd van een onschuldig kind op zich niet drama genoeg? Moest daar nog een schepje bij? Enfin, soit.
Beste Bart,
Ik ben een bezorgde burger en heb het beste met u voor. Sta mij toe in alle bescheidenheid u een eenvoudig advies aan te reiken. U doet het goed. In tijden van crisis staat u pal. U spreekt tot het volk, een keizer waardig. Maar ik vraag me af: is misschien soms zwijgen niet de beste communicatie? Ingetogen zijn. Medeleven tonen. Empathie. Moeilijke woorden, maar u begrijpt mij, ik weet dat. U bent wél de eerste onder uw gelijken.
Als u dan toch het woord neemt, spreek dan vanuit uw hart, u weet dat vast wel te vinden. Zeg: ’Het spijt me.’ Zeg: ‘Dit is groter leed dan ik ooit kan bevatten, doch ik leef met u mee.’ Troost.
Zeg het voor de mama, de papa, de gewonden, de gekwetsten.
Voor Firdaous.