Kinderspel

Lui en lamlendig lag de gorilla in de hoek van zijn hok, zijn blik een compleet misprijzen. Na vijftien jaren in de Zoo kijk je niet meer op van een of andere soortgenoot die je door het venster staat aan te gapen.
Matadi was zijn naam. De klimtuigen en natuurrotsen in zijn Mensapenvallei lieten hem ijskoud. Zijn territorium was groen en welig, een riviertje kabbelde er gemoedelijk dwars doorheen, het deed hem niets. Hoe fraai zijn domicilie ook werd voorgesteld, hoe liefdevol men hem ook verzorgde, hij wist: mijn thuis is het regenwoud.

Somber filosoferend over dieren in kooien, zette ik me op een bankje. Een luide meisjesstem stremde mijn gemijmer: “Ik vind het gewoon een lelijk woord, transmigrant. Waar komt dat ook vandaan, zelfs?”
Ik schatte haar niet ouder dan zestien. Ze zat met een oudere man op het bankje wat verderop. Toon en volume van hun gesprek dwongen me tot meeluisteren.

“Het is eigenlijk …,” antwoordde de opa geduldig, “denk aan transport, of transfer, of…”, “…transgender zeker?” onderbrak ze. Ze tokkelde driftig op haar telefoon. “Trans: aan gene zijde,” riep ze. “het betekent: aan de andere kant.”
“Dus…”, zei de opa weer, “… wat denk je nu zelf?“
Een schoolmeester, dacht ik opeens. Of hij is een schoolmeester, of hij is het geweest.

“Iemand gaat ergens naartoe? Maar het ís toch een lelijk woord? Het gaat precies over een ding!”
“Ach, het kind moet natuurlijk een naam hebben”, zuchtte de opa. Nu komt een les, dacht ik. Eerst de probleemstelling, dan de uitleg en als er nog tijd is mag ze een oefening maken.

De opa ging door: “Het is een beetje zoals ‘Schipper mag ik overvaren’. Dat speelden wij toen we klein waren. Ken je dat? Aan de ene kant staan allemaal kinderen en die moeten aan de andere kant geraken. In het midden staat iemand om ze tegen te houden. De kinderen zingen: “Schipper mag ik overvaren, ja of nee? Moet ik dan een cent betalen, ja of nee?” Dan zegt de persoon in het midden: “Ja, maar je moet huppelen. Of bruine schoenen dragen. Of hinkelen op één been. En wie dat niet kan, wordt aangetikt, zo simpel is het eigenlijk.”

Ze lachte: “Zo simpel zal het wel niet zijn hé opa. Als je hoort hoeveel daarover te doen is. En als je getikt wordt?”
“In het spelletje”, vertelde de opa, tevreden over zijn heldere metafoor, “worden dat zelf ook tikkers. Maar in onze wereld, tja…”, hij aarzelde even, “…wie men pakt, wordt opgesloten. En dan teruggestuurd naar waar hij vandaan komt.”
“Waarom?” vroeg ze. De verontwaardiging van de jeugd danst er niet omheen.
“Dat hebben we met zijn allen zo afgesproken. Anders komt iedereen naar hier. En dat willen we niet.” Opa kreeg het moeilijk, zag ik. Hij probeerde een grapje: “Ik heb veel meegemaakt in mijn leven,” zei hij, “en veel stomme dingen gedaan. Maar hier was ik niet bij.” Verontschuldigend hief hij zijn handen in de lucht.

Ze rolde met haar ogen. “Ik snap het niet”, zei ze. “Waarom sluiten ze die mensen dan op? Die hebben toch niets misdaan?” Haar naïviteit vertederde me.
“Tja…”, zei hij, traag en bedachtzaam nu, “ze kunnen vragen om in het land te mogen blijven. Maar dat willen die mensen niet want ze willen naar Engeland. Trans migrant, begrijp je? Maar als je dat niet doet, dan ben je eigenlijk onwettig in het land. En dan word je opgesloten.”
“Oh my god, serieus? Maar dat is toch niet logisch? Hoe stom is dat? Dat is toch niet normaal!” De pitbull in de puber liet niet los.

“Kijk, het is natuurlijk ook niet gemakkelijk”, suste de opa. “Hoe zou jij dat oplossen?”
“Ja zeg, opa! Hoe moet ik dat nu weten? Ik snap nog zelfs het hele probleem niet! Wat zou jíj doen?”
“Geen idee”, mompelde de oude man. “Geen flauw idee.”

Gisteren op tv vroeg een presentator precies hetzelfde. “Humaan,” antwoordde de welzijnswerker. “Ik vrees dat er geen oplossing voor dit probleem bestaat,” antwoordde slim een journalist. “Het is moeilijk,” aarzelde de politicus.

Misschien weet Matadi wel wat, dacht ik, maar naar zijn mening vraagt niemand. “En het blijft een lelijk woord!” zei het meisje koppig. “Kunnen ze voor die mensen zelfs niet eens een fatsoenlijke naam bedenken?” Ik zag hoe de aap zich oprichtte, in drie stappen het riviertje overstak, een blad van een boom scheurde en ging zitten op een stronk. Hij lachte.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s