Aandacht

               Het plan was: een stukje over Bescheidenheid. Toen moest ik even onweerstaanbaar als onbegrijpelijk denken aan Donald Trump. De menselijke geest maakt grillige kronkels.
               Hoe comfortabel wonen moet het zijn in dat lege hoofd, dacht ik. Ruimte zat, het is niet gevuld met kennis van zaken over wat dan ook. Meningen schieten er als dumdumkogels doorheen maar veel hinder ondervind je daarvan niet; als pubers die veel te jong op eigen benen willen staan, vliegen ze nog maar nauwelijks gevormd het huis al uit. Huisgenoten om van te houden zijn er ook niet, alle liefde vloeit door een interne pijpleiding naar de eigen navel. Je hebt niemand nodig. Je bent je eigen grootste fan. Je brult wat, je scheldt wat, je weent een beetje, je schaamt je nergens voor. En bovenal: je oogst wat je zaait: elk woord van je wordt gehoord, elke scheet bewaard in een fles, over de ganse planeet kent men je naam.
               Als destijds op school een leerling weer eens wat wild of roekeloos deed, meesmuilden wij alwetend tegen elkaar: ‘Dat kind zoekt aandacht.’ Dat kreeg dat kind dan ook. De anderen kregen altijd minder, in veel gevallen zelfs helemaal niets. Ook Sinterklaas brengt niet bij alle brave kinderen hetzelfde snoep.
               Dat is jammer. Er schuilt een hoop onrechtvaardigheid in. We kijken naar de verkeerde kant.
Kijk wel en doe niet om, leerden wij toen wij nog geloofden in de wijsheid van tegelspreuken. Vandaar dus, dat stukje over Bescheidenheid. Om wie wel doet ook een plekje in het spotlicht te gunnen.

Dirk heet de man. Dirk Huyghe. Hij woont in Gent. Hij en ik hebben een en ander met elkaar gemeen. We zijn allebei met pensioen, zien er allebei nog geweldig goed uit en hebben allebei tijd te kort. Daar houdt het wel zo een beetje op. Hij is ex-rijkswachter terwijl ik, ik ben ex van veel. Hij is boswachter nu, terwijl ik? Tja. ‘De beste stropers worden later de beste boswachters,’ voorspelde de Waterschoot van Wiskunde destijds toen ik hem vertelde dat ik een lerarenopleiding zou gaan volgen. Ik vergeet het nooit. Hij heeft gelijk gehad.
Dirk en ik zijn ook allebei fietsers, al kan je de manier waarop onmogelijk met elkaar vergelijken. Hij peddelde ongeveer de hele wereld rond en dan nog een extra stukje erbij. Op een e-bike met twee zonnepanelen op een trailer er achteraan. Meer dan vijftigduizend kilometer. Terwijl ik, ach, de moeite van het vernoemen niet waard.
               Over zijn reizen en avonturen kan hij je uren onderhouden, iets wat hij graag en gretig doet. Hij praat zoals ik me voorstel dat hij fietst, gestaag, een evenwichtig tempo, vastberaden, alle zintuigen scherp, oog voor detail, op zijn hoede voor onverwachte hindernissen.  
               ‘Overal kom je goede mensen tegen,’ zegt hij. ‘Of je nu reist door India of China, Kazachstan, Senegal, Oekraïne of Tibet. Je ontmoet altijd wel iemand die je een gratis maaltijd voorschotelt, een bed aanbiedt, je kleren te drogen legt, je fiets herstelt.’
               ‘Ja, zeg ik, de Russen houden ook van hun kinderen.’ Ik ben van gisteren.
               ‘Waarom doet een mens zoiets?’ vraag ik.
               ‘Om te laten zien dat het kan,’ zegt hij. ‘Omdat het om de toekomst gaat. En het brengt nog wat op ook.’ De aap en de mouw, de kat en de koord, een Siamese tweeling op mijn netvlies. Weer had ik het mis. Zoals ik al zei, we kijken naar de verkeerde kant.

In zijn eentje fietste hij voldoende sponsorgelden bij elkaar om acht of wat scholen in India van eigen zonnepanelen te voorzien, zodat ook daar de kinderen nog hun lessen kunnen leren als de zon al lang gaan slapen is. Met een riksja brengt hij in Gent mindervaliden van A naar B, zomaar, voor nop. Hij voer op vrijwillige basis mee met een drijvend ziekenhuis, de Mercy Ships, om ook de allerarmsten in Afrika van medische en chirurgische hulp te voorzien.
               ‘Ik ga daar een stukje over schrijven,’ zei ik. ‘Dat gaan mijn lezers zeer respecteren. Erg talrijk zijn ze niet, maar ze zijn wel lief.’ God schept immers naar eigen beeld en gelijkenis. ‘Met naam en toenaam. Misschien wel een foto.‘
               ‘Hoeft niet hoor,’ hield hij de boot af. ‘Zet maar gewoon http://bikeandtrek.com/project/.’ Wie mee wil varen mag zich melden.

               Dat was wel het minste wat ik kon doen.
               Waar men gaat langs ’s Heren wegen, komt men goede mensen tegen.
               Een tegeltje.

4 gedachten over “Aandacht”

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s