Nog altijd voel ik me slecht. Het begon dinsdag en werd alleen maar minder. Woensdag en donderdag, sorry, maar dat was kots en platte kak. Mijn maag jojode twee dagen tussen keel en darmen. Niks verkeerd gegeten of zo, geen griep. Het is die wereld.
Zondag. De wolken stopten met huilen. Achter ons viel de deur in het slot. Een lauwe noordenwind blies richting hoofdstad. De dag droeg belofte in zich. Vijftienduizend, hoopten we. We maakten afspraken: blijf samen, houd elkaar in het oog, je telefoon bij de hand. Raak je de ander kwijt, loop door tot het eindpunt. Niet schrikken van luide knallen. Wegblijven van relletjes, je weet maar nooit. Ga ervoor.
We marcheerden voor de planeet, die lijkt overstuur. Teveel van alles: plastiek, gif, stoffen, mensen. Moeder Aarde is moe, leeggeschraapt, uitgemolken, van haar rijkdommen beroofd. De mens als hyena, likt aan dikke druppels bloed, vreet het karkas kaal en vervolgt zijn weg naar niets.
De tocht was een feest. Jong, oud, zwart en wit en bruin. Er werd gedanst, geschreeuwd en gezongen, goedlachs, hoopvol. Gescheurde lakens, kartonnen borden, lappen karton: ‘May the forest be with you’. ‘Het klimaat wacht niet’, ‘Was het klimaat een bank, het was al gered’, ‘Change the system, not the climate’. Het bleef droog, ook het weer was goedgezind.
Maandag zat ik nog lekker strak in het velletje. Een partijvoorzitster kwekte: een dikke duim voor al die positieve mensen! Vijf-en-zeventig-duizend! We pikken dit signaal op en nemen het mee.
Dinsdag toch al lichte hoofdpijn en een zure maag. België stemde tegen een Europese richtlijn om energie te besparen. Frontaal op vijfenzeventigduizend bakkesen.
Ik heb weinig talent voor woede. Woede wordt treurigheid, las ik ergens. Allemaal herbergen we in de ladenkast van ons gemoed een schuif vol boosheid. Soms breekt het slot. Lig je op je luie kont met een lekker boek in de zon, steekt je de wesp. Woede. En protesterende darmen.
Zoals vaker wees de politiek ons de andere kant op. We staarden naar de eigen navel. Het was woensdag, mijn ingewanden namen het over, misselijkheid zette onstuitbaar op. Mijn geloof in de wereld gebruikte elke opening om mijn lichaam te verlaten.
Ik zag in mijn leven veel mooi maar ook vaak slecht theater. Ik stond al vuilbekkend tussen het plebs toen William Shakespeare nog leerde hoe je Hamlet kalligrafeerde met een ganzenveer. Maar deze burleske, als van Ionesco, had ik nog niet gezien:
- “Ik doe niet mee.”
- “Hoe? Je ging toch meedoen?”
- “Nu niet meer. Ik wil niet meer.”
- “Als je niet wilt meedoen, ga dan weg.”
- “Ik ga niet weg. Ik wil dat jullie iets anders doen.”
- “We doen het toch. Ga weg.”
- “Jullie zijn allemaal tegen mij. Jullie willen mij niet. Jullie pesten mij.”
- “Al wat je zegt ben je zelf, met je broek in de helft.”
Daar betalen wij belastingen voor.
Ik dacht te gaan Facebooken of Spider Solitairen, toen de prentjes van het Nieuw Vlaams Belang mijn scherm vervuilden. Mijn maag gooide er alles uit, het toetsenbord kan naar het stort, de Poolse poetsvrouw is razend. Oeps, het was zo niet bedoeld, wij zijn zo niet, sorry! Slecht stuk, slecht gespeeld. Incasseer uw vette oprotpremie en ga heen in schaamte.
De schijnvoorstelling leidde af van de inhoud, we staarden ons blind aan de lichtbak. Waarover het écht moest gaan, geen woord.
Oorlog, klimaat, overbevolking, hongersnood zwepen mensen zoals u en ik voor zich uit. Mensen met kinderen, verlangens en honger zoeken een beter leven, een leven tout court. Dat is een recht.
“Oei,” zegt men ons, “Kijk daarmee uit. Sommigen denken dat mensenrechten er zijn voor iedereen. Zij dwalen. Dat is niet zo. Dat gaat ten koste van onze rijkdom. Wíj zijn hier de slachtoffers.” Mensenrechten voor mij en voor mijn hond, en voor de premier, al heeft die… u weet wel.
Staat je kribbe in Timboektoe, Jemen, Eritrea of Sint Job in ‘t Goor, sorry, pech gehad.
“En hey? Hey! Gaan we misschien de rechter laten oordelen of wij de wet goed toepassen of niet? Slecht idee man! Waar gaat dat naartoe, denk je? Wíj maken de wetten. Harde aanpak, meer blauw, camera en vingerafdruk, uitstekend! Controleer iedereen maar ons niet. Dat doen we zelf wel.”
Waar de politiek ook rechtbank speelt, ontkiemt dictatuur. Op Instagram joelt het volk, het weet van weinig, laat zich gewillig bedriegen.
Kerstmis nadert. Voor het raam zwaait een meisje met zwavelstokjes. Van aan de dis zien we wazig lichtjes flikkeren. We houden de deur toe.
Doodziek word ik daarvan.